MOT V 2018.0097 (verstelbare grondboor) L=156cm B=55cm G=12550gr
De grondboor wordt door verschillende vaklui, zoals de landbouwer, de tuinier, de grondwerker, de mijnwerker, de archeoloog of de palynoloog gebruikt om in de grond gaten te maken voor palen, voor een aardelektrode, voor een waterpomp of voor een artesische put, om een elektrische leiding onder het wegdek te trekken, voor het nemen van grondmonsters ter bestudering van een bodemprofiel of sporen van stuifmeel enz.
Het werktuig bestaat uit een stalen boorijzer (diam. ca. 6-10 cm) op een ijzeren stang (lengte ca. 80-150 cm ; diam. ca. 2-3 cm), voorzien van een houten of ijzeren kruk (ca. 60-70 cm). Sommige modellen kunnen verlengd worden (tot 8 m en meer) door stangen aan elkaar te schroeven met behulp van een grondboorsleutel om op grotere diepte te werken.
Het werkend deel kan verschillende vormen aannemen afhankelijk van de aard en de hardheid van de grondlagen of de bedoeling van de boring: gutsvormig, spiraalvormig, vleugelvormig enz. (1). Op modellen met een vervangbaar werkend deel, kan men ook een klopboor (beitel) bevestigen om een steen te breken.
De hopteler gebruikt een boor die sterk op een naafboor gelijkt, doch met dunner blad en kortere (ca. 50-60 cm) kruk, om gaten in de grond te boren waar de hopstaken in worden geplant (zie ook pootboor). De dijkboor gelijkt dan sterk op een pompschulpboor.
Zie ook poothout en planttang. [MOT]
(1) Zie bv. LIPPMANN pl1.
Grondboor MOT V 88.0661
MOT V 2018.0097