Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,211 - 5,220 15,477 resultaten gevonden
Schraapstaal (kuiper) (o.)
Het schraapstaal van een kuiper is een metalen plaatje van ca. 5 bij 10 cm met een bolronde snede, geklemd in een handvat, waarmee de kuiper de holronde duigen afschraapt. Het werktuig wordt bijna verticaal op het hout getrokken. Zie ook het schraapstaal met rechte en holronde snede. [MOT]
Schraapbeitel (imker) (m.)
Veelal een samengesteld werktuig bestaande uit een brede (ca. 4 cm) en dunne (ca. 0,27 cm) stalen beitel die aan een uiteinde in een hoek van 90° is omgebogen en voorzien is van één stompe (ca. 45°) vouw (1). Het andere uiteinde loopt uit op een dunne (ca. 0,07 cm) scherpe snede met één vouw. Op sommige modellen loopt de snede ook langs de zijkant van het bredere (ca. 4,5 cm) werkend deel. Dat model is aan de andere zijde voorzien van een in hetzelfde vlak liggende haak die dienst doet als bijenraamheffer. Met de scherpe snede van de schraapbeitel wordt overtollig propolis en wasresten (braamraat) van de bovenzijde van de ramen weggeschraapt. [MOT] (1) Dit gedeelte wordt gebruikt als bijenraamheffer. Het ruitvormig gaatje dient om de kop van een nagel te vatten (zie ook koevoet).
Schraapstaal (o.)
Stalen plaatje van ca. 5 bij 10 cm om hout glad te schrapen of de laatste sporen van bewerking te doen verdwijnen. Het is vaak een stuk afgedankt zaagblad. Om een beter houvast te bieden, is het dikwijls in een plankje of een hecht geklemd. De snede heeft doorgaans geen vouw, de rand wordt rechthoekig geslepen. Voor platte vlakken is ze recht, voor hol- of bolronde vlakken, boogvormig (zie schraapstaal (kuiper)). Het werktuig wordt bijna verticaal op het hout getrokken en wordt soms vervangen door een stuk glas. [MOT]
Schrijfmachineborstel (m.)
Licht (ca. 10 gr) borsteltje om de aanslagtoetsen en onderdelen van een schrijfmachine te reinigen van overtollige inkt, olie en opgehoopt vuil dat blijft aanplakken. Er bestaan diverse modellen. Bij een schrijfmachine hoort meestal een borsteltje met het logo van de fabrikant. Een model met korte haren dwars op de steel (ca. 15 cm) gelijkt enigszins op een tandenborstel, die voor hetzelfde doel kan gebruikt worden. Dit model is te onderscheiden van de insmeerborstel, de koperborstel en de bougieborstel met metalen tanden. Een ander model heeft haren in het verlengde van de steel. Een typische ronde of achthoekige vlakgom van eboniet om inkt van het papier te wissen, is meestal gecombineerd met een borsteltje om de restanten van de hardrubber van het toestel weg te vegen. [MOT]
Schotelklem (v.)
Zoals de schoteltang wordt ook de schotelklem gebruikt om pannen zonder handgrepen van de warmtebron te tillen. Een model is gemaakt om een warme (pyrex)schotel uit de oven te nemen zonder zich te verbranden. Het werkend deel (ca. 3 cm breed) dat haaks op de as zit, grijpt de binnen- en buitenzijde van de pan. Een veer zorgt ervoor dat de pan ertussen geklemd blijft. Soms is het werktuig gecombineerd met een flesopener voor kroonkurk. De schotelklem gemaakt voor (pyrex)schotels bestaat uit een metalen handvat (ca. 17 cm) met verbreed uiteinde (ca. 6 cm) en 2 uitstekende tanden. Tussen laatstgenoemden bevindt zich een beweegbaar staafje waarmee je de lip van de schotel tussen het bovenste deel van het werktuig en het staafje kan vastklemmen. De tanden bevinden zich onder de handgreep tot aan de rand van de schotel. [MOT]
Schoffel met harkje (m.)
Werktuig waarbij het schoffelen en het opruimen van het onkruid in één werktuig is gecombineerd. De schoffel met harkje wordt veelal in de cichoreiteelt gebruikt waar de plantjes in rijen met een tussenafstand van 25-30 cm worden gezaaid. De schoffel met harkje bestaat uit 1 à 4 (vervangbare) rechte schoffelblad(en) van ca. 10-30 cm bij 3,5 cm met naar boven gebogen uiteinden (ca. 10 cm) die tussen twee metalen dwarsbalken geklemd zitten. Aan één zijde is de dwarsbalk bevestigd aan een beugel en dille waarin een lange (ca. 150 cm) houten steel steekt. De dille vormt een hoek van ca. 45° ten opzichte van het werkend deel. Een harkje (met ca. 6 tanden) in de vorm van een (langbenige) driehoek (vgl. eg (hand)) is met een scharnier aan de andere zijde van de dwarsbalk bevestigd. De tand op het uiteinde van het werkend deel kan men losschroeven. Al trekkend wiedt de schoffel het onkruid tussen de jonge plantenrijen (1) terwijl het harkje het bij elkaar trekt. Soms wordt er in de opening van...
Schoteltang (v.)
De schoteltang gebruikt men om pannen zonder handgrepen van de warmtebron te tillen. De tangen kunnen sterk verschillen van model tot model. De bekken van het Franse model bestaan elk uit een vork. De bovenste tweetand is sterk gebogen, omdat hij over de rand van de pan grijpt. De onderste tweetand is licht gebogen of recht en spant zich op tegen de buitenzijde van de pan. Wanneer men de tang dichtknijpt, grijpt de tang de rand en spant zich op de pan vast. Men kan dan makkelijk de pan opheffen. Sommige tangen openen zich automatisch door een veer. Een ander model grijpt de binnen- en buitenzijde van de pan. De bekken zitten haaks op de as en zijn vrij breed om voldoende grip op de pan te hebben. De onderste arm past volledig in de bovenste. Te onderscheiden van sommige modellen van de schotelklem. [MOT]
Schoppriem (m.)
Lange (ca. 75-85 cm), smalle (ca. 1 cm) lichtjes gebogen staaf met één puntvormig en één schopvormig uiteinde. In het midden is er een driehoekig uitsteeksel (1).Het wordt door de strodekker in combinatie met de haakpriem gebruikt om het stro te binden. Beide priemen worden met het puntvormig uiteinde door het stro onder een deklat gestoken en schaarsgewijs geplaatst zodat de beide driehoekige uitsteeksels op de bandroede (2) komen te rusten. Wanneer de bovenste uiteinden van de priemen naar beneden geduwd worden - het schopvormig uiteinde van de schoppriem dient als steun voor de elleboog - ontstaat een soort van hefboom en wordt het stro tegen de deklat geduwd. De strodekker heeft nu beide handen vrij om het stro te binden. [MOT] (1) Drukknopje, zetknopje of ook wel neusje geheten (TREFOIS 1970: 112).(2) Ook dekgaarde genoemd. Deze kan bestaan uit een wilgen twijg of een gegalvaniseerde stalen draad.
Schovenmes (o.)
Vòòr het dorsen snijdt de landbouwer met het schovenmes het touw of stro los dat de schoven samenbindt. Het is een mes waarvan het lemmet doorgaans bestaat uit een stuk van een zeisblad. Het is dan ook vaak licht gebogen met een brede rug, en eindigt in een punt. De lengte van het lemmet varieert van 12 tot 20 cm en steekt door middel van een angel in een recht hecht (ca. 10-20 cm). Laatstgenoemde is al dan niet beslagen met een ring. Zie ook het strodekkersmes en de strobaalsnijder. [MOT]
Schoudermes (o.)
Het schoudermes (1) is een handwerktuig, gebruikt door de inlegwerker om fineer te snijden (2). Het heeft een lemmet (ca. 6 cm) met rechte of gebogen snede. Het uiteinde van de lange houten steel (ca. 57 cm) is licht gebogen en rust op de schouder van de gebruiker. Zo heeft hij meer controle over het mes en kan hij meer druk zetten. Het wordt soms ook als steekmes van de houtsnijder gebruikt (3). Zie ook snijkruishout. [MOT] (1) Eigen benaming. (2) In de 18de eeuw werd het snijkruishout verkozen boven het schoudermes. Zie ROUBO: 847. (3) Uit DICK catalogus: 53.