Hark die uit hout, metaal of uit beide is vervaardigd. Het ca. 20-50 cm brede kopstuk telt 10 à 15 korte (ca. 6 cm), dicht bijeen staande (ca. 2,5 cm), meestal licht gebogen tanden (1). Op de ijzeren hark is doorgaans een dille gesmeed (2). Vandaag bestaan er bredere (ca. 75 cm) modellen uit hout, plastic of aluminium, ook wel niveleerhark genoemd.
Een ander model bestaat uit een onbuigzame holle vertinde stang van ca. 40-75 cm waardoor een 20-36 tal tanden steken die aan de andere zijde een lus vormen. Deze zijde van het werkend deel dient als gazonhark. Dit model wordt ook gebruikt om het hooi te keren (zie hooihark (hand)) (3).
Het model met hakje, vermeld door DEBY & RODIGAS (4) en door BOITARD (5) lijkt uitzonderlijk te zijn.
De grondhark dient om zaden te dekken, om aardkluitjes - op bewerkte grond - te breken, om de omgespitte bedden te effenen (6), om onkruid te verzamelen en de wegen of tuinpaden van vuil te reinigen. Soms wordt ze ook gebruikt om jonge zaailingen uit te dunnen.
De grondhark wordt, zoals de hooihark en de gazonhark, al trekkend gebruikt.
Zie ook schelpenhark.
Zie ook eg (hand) en schoffel met harkje. [MOT]
(1) BOITARD: 71 vermeldt een grondhark met grotere afmetingen die niet te onderscheiden is van de hooihark, en hiervoor ook al eens dienst doet.
(2) Er bestaan ook grondharken die d.m.v. een angel in de steel zijn bevestigd (SEGUIN: 365).
(3) Bv. Catalogus 1918: A.A. KAMPFRAATH (Brussels) Ltd.: 593.
(4) uit DAVID 1975a: 173.
(5) BOITARD: 69.
(6) In India bestaat er een hark, voorzien van een tweede steel aan de andere zijde van het kopstuk, om makkelijk asfalt te spreiden. De twee arbeiders duwen en trekken dan afwisselend (ALLAL & EDMONDS: 90).