Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,351 - 5,360 15,477 resultaten gevonden
Stukadoorstroffel (m.)
De stukadoorstroffel bestaat uit een gesmeed stalen blad dat met een omgebogen angel aan een recht hecht is bevestigd. Meestal zijn blad en angel uit één stuk gesmeed, soms is de angel echter met twee klinknagels aan het blad vastgeklonken. Het blad, van vorm rechthoekig of met afgerond uiteinde, varieert in grootte, van ca. 5 cm bij 10 cm tot ca. 11 cm bij 15 cm. "De stukadoor gebruikt deze troffel voornamelijk om de specie uit de kuip op zijn spaarbord te scheppen en soms van het spaarbord weer op de muur te brengen. Verder om de mortel in de kalkkuip 'om te zetten'." (1) Met de stukadoorstroffel mag men in tegenstelling tot de metselaarstroffel geen stenen afhakken. [MOT] (1) JELLEMA: 88.
Toogijzer (o.)
Het toogijzer dient om zware pen en gatverbindingen samen te trekken. Het is een ijzeren kegelvormig staafje van ca. 20-30 cm waaraan een vleugeltje met gat gesmeed is. Het sluitgat, d.i. het gat waarin de toognagel ingedreven zal worden, wordt in de pen enkele millimeter dichter bij de borst geboord dan in de lippen van het gat. Wanneer het toogijzer in het sluitgat gedreven wordt, worden de twee stukken samen getrokken. Het toogijzer wordt dan uit het sluitgat geslagen met een hamer of getrokken door middel van een ander toogijzer dat door het oog van het eerste gestoken wordt (1) Zie ook noodhaak. [MOT] (1) Bv. SCHOLTEN: 158.
Toestel om slaghoedjes in te zetten/uit te stoten (v.)
Toestel dat gebruikt wordt bij het hergebruiken van jachtpatronen. Het dient eerst om het gebruikte slaghoedje uit de huls te stoten. Deze laatste wordt over de messingen vorm met puntig uiteinde geplaatst. Door met de hendel druk uit te oefenen springt het slaghoedje uit de huls. Nadien wordt een nieuw slaghoedje op de vorm met uitsparing gelegd. Hierover wordt de oude huls geplaatst om zo op dezelfde wijze een nieuw slaghoedje in de huls te zetten. [MOT]
Stopring (m.)
De stopring is een hulpmiddel bij stopwerk, voornamelijk om kousen te stoppen. Net als bij de maasbal wordt er een te herstellen stuk stof, bv. een sok, strak over getrokken. Een stopring kan als accessoire bij een specifieke breimachine worden aangeboden. Aan de met kunststof beklede ring schuiven twee kleine metalen ringetjes. De uitschuifbare haak heeft speling om het geleiden met de vrije hand te ondersteunen. Het stuk stof wordt gelijkmatig gespannen om op een glad oppervlak te werken, zodat er geen rimpels, plooien en andere onregelmatigheden ontstaan. Dergelijke stopring volstaat enkel om relatief kleine gaten te stoppen. Een alternatief is de borduurhoepel, die in vele formaten voorkomt. [MOT]
Tomatensnijder (m.)
Met een tomatensnijder snijdt men tomaten in gelijke, dunne plakjes. Hij heeft een elftal zaagmesjes (ca. 10 cm lang) in een rechthoekig raampje met een recht hecht. Wanneer men de tomatensnijder bovenop de tomaat plaatst, kan men deze met een zaagbeweging doorsnijden. Hij kan ook schuin gehouden worden terwijl de tomaat langs boven lichtjes duwend over de zaagjes heen en weer gehaald wordt (1). Eventueel is er een bijbehorende slede waarmee men het laatste stukje van de tomaat door de snijder kan duwen, zonder gevaar voor de vingers. [MOT] (1) CAMPBELL: 68.
Tonsillenelevatorium (o.)
Het tonsillenelevatorium is een handwerktuig dat de arts gebruikt om de amandelen in de keel vast te nemen en vast te houden. Het is lepelvormig en heeft aan beide uiteinden van de steel een cirkelvormig blad. Te onderscheiden van de balsteker. [MOT]
Trekschaaf (v.)
De trekschaaf (1)(2) dient om zeer kleine vlakken waar geen andere schaaf aan kan, en de buitenzijde van duigen (3) glad te schaven. Haar blok beweegt niet in de richting van zijn as maar er dwars op. Het kan een gewoon blok zijn (ca. 25/4/2 cm) waarvan beide uiteinden gevat worden door de vakman, of een kort blok met twee handvatten. De zool kan vlak zijn of in de breedte bolrond. Thans wordt de trekschaaf vaak uit metaal gemaakt. Met die werktuigen is het soms mogelijk af te biljoenen (4) (zie afbiljoenschaaf) en lijsten uit te schaven (5); in dat laatste geval kan er een geleider op bevestigd worden, zodat het werktuig op een profielschraper gelijkt (6). Er bestaat ook een dubbel metalen model met een rechte en een concave beitel bv. MOT V 2023.0247 (7). Hoewel de trekschaaf min of meer op dezelfde wijze als een spaakschaaf gehanteerd wordt, is er een groot verschil tussen beide werktuigen. Op de spaakschaaf zijn blad en blok immers evenwijdig, op de trekschaaf staat de beitel schuin,...
Trekzaag (v.)
De trekzaag is een grote zaag met stijf blad (zie glossarium) door twee man (1) gehanteerd om stammen en balken dwars door te zagen en om bomen te vellen. Ze snijdt in beide richtingen. Deze zaag bestaat uit een lang getand blad (1,30-2 m) (2) vaak breder in het midden (12-17 cm), en aan de uiteinden, in hetzelfde vlak, twee rechte handvatten (3) van ca. 50 cm. Deze zijn door een dille, een angel of een schroef op het blad bevestigd. Er bestaan nu trekzagen met verstelbare handvatten, die verticaal of horizontaal geplaatst kunnen worden. De te zagen stam wordt op een dwarsstuk gerold en de zagers trekken (ze duwen nooit) de zaag om de beurt. [MOT] (1) In zacht hout konden sommige vaklui de trekzaag alleen hanteren. (2) BOERHAVE BEEKMAN 1949 /5 : 408, afb. 11.09 toont een boom met een omtrek van 13,19 m die omgezaagd is met twee trekzagen die in elkaars verlengde zijn samengelast. (3) De trekzaag met gesloten handvatten (bv. BISTON-BOUTEREAU-HANUS: 247) schijnt zeldzaam te zijn.
Trekschaar (v.)
De trekschaar dient om takken af te knippen waar men met de snoeischaar niet aan kan. Ze wordt o.m. gebruikt bij het verwijderen van takken waar rupsen op zitten, het snoeien van jonge bomen, het plukken van lindebloemen (Tillia) enz. Ze bestaat uit twee 25-30 cm lange hefbomen van de eerste soort, die rond een spil draaien en aan een zijde in snijdende bladen eindigen. Een van de armen is in de vorm van een dille of een angel gesmeed en is op of in een schacht van 2-4 m bevestigd. De andere eindigt in een oog of een katrol. Een touw wordt aan het oog gebonden en rechtstreeks getrokken; het kan ook over de katrol lopen. Naar gelang van de wijze waarop de schaar opengaat, kunnen twee hoofdmodellen onderscheiden worden. Op de trekschaar met tegengewicht eindigt één van de bladen in een zwaar blokje metaal, dat door zijn gewicht de schaar openhoudt. Aan de arm die dat blad verlengt, is het touwtje bevestigd. Aangezien het tegengewicht weinig doelmatig was, werd het door een veer vervangen...
Tondeuse voor paarden en runderen (v.)
Naast de kleine tondeuse van de kapper, en die voor honden en schapen bestaat er een groter model voor paarden en runderen. Het is vrij zwaar (bijna 400 gr) en wordt met beide handen gebruikt. Twee metalen armen, die draaien om een spil, eindigen elk op hun beurt in een rechthoekig blad, dat hetzij naar voren, hetzij zijdelings is gemonteerd. Het onderste rechthoekige blad is groter (ca 8 cm bij 4 cm) dan het bovenste (ca. 7,5 cm bij 3,5 cm) en beide zijn aan de bovenste lange zijde voorzien van 32 tanden voor de paarden. Door de armen van of naar elkaar te bewegen, schuiven de getande bladen horizontaal over elkaar. Het haar dat tussen de tanden terecht komt, knipt men zo af. Het zelfde model maar met 17 tanden wordt gebruikt voor runderen. Zie ook hondenscheermes en tondeuse voor honden en schapen. [MOT]