Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,081 - 5,090 15,477 resultaten gevonden
Vlechterskniptang (v.)
De vlechterskniptang is een kopkniptang voor de ijzeren draden van betonwapening. Ze lijkt op de trektang, maar haar bek is kleiner en de verhouding tussen arm- en beklengte is ongeveer 1/8. [MOT]
Vleugelspade (v.)
Nadat het heiveld werd gemaaid met de plaggenzeis of de getande sikkel en de zoden verwijderd met de zodenlichter, gebruikt de turfsteker de vleugelspade om turven te steken (1), die na droging gebruikt worden als brandstof of mest. Het is een spade met ijzeren blad (ca. 15 x 20 cm), met één of twee opstaande randen, dat licht gebogen staat (ca. 10-25°) ten opzichte van een knop- of T-steel (75-120 cm). De snede van het blad kan recht of puntig zijn (2) en wordt, zoals de steekspade, verticaal (3) (ca. 20-25 cm) in de grond gestoken. Het resultaat is een kluit in de vorm van een parallellepipedum (ca. 20 x 15 x 10 cm). De opstaande randen dienen, naast het doorsnijden van de turf, om de kluit bijeen te houden. [MOT] (1) Volgens GOOSSENAERTS: s.v. vapeur zou "toen het turfsteken gedaan raakte, de vleugelspade worden omgebogen, om in de plaats van aardappelkuiltjes te moeten steken, er te kunnen hakken - wat makkelijker is". Volgens VERBEECK: 25 wordt het werktuig om aardappelen te poten...
Vloerdrijver (m.)
Er bestaan verschillende modellen van de vloerdrijver (1) om de planken van een vloer samen te drukken. Het een bestaat uit "een ronde ijzeren staaf a, lang 1,10 m, dik 26 mm, van onderen een weinig taps bijlopend; aan het ondereinde zit een beweegbare knie b, lang 20 cm, zwaar 13 bij 52 mm en op 0,50 m uit den onderkant een beweegbaar schoorijzer c, van onderen aangepunt. De hefboom wordt in een put in de balk gestoken, zodat de knie tegen de regel drukt; door de lange hefbomen naar de planken over te trekken, drukt de knie deze in elkaar; het schoorijzer glijdt daarbij over de balk en drukt met de scherpe punt er in, zodra de hefboom losgelaten wordt, waardoor een teruggaan belet wordt" (2). Een ander model vat de balk tussen twee armen in plaats van er ingestoken te worden. Met deze werktuigen kunnen vijf tot zeven planken samen gedrukt worden. Vaak worden ze vervangen door een kram en één of twee wiggen, soms door de schietbeitel. In dat laatste geval moet elke plank afzonderlijk...
Voegzwaard (o.)
Een voegzwaard is een handwerktuig van de metselaar dat werd gebruikt bij het plaatsen van grote natuursteenblokken. Die blokken worden niet zoals bakstenen in een mortelbed gelegd maar op houten blokjes geplaatst waarna men met behulp van het voegzwaard de mortel tussen de steenblokken aanbrengt (1). Ook de verticale voegen worden zo opgevuld. De grote inkepingen langs beide zijden dienen dus om de mortel vooruit te duwen tussen de steenblokken en de voegen volledig vol te drijven tot de steen los van de houten wigjes komt (2). Het dun metalen blad kan in het verlengde van de houten, rechte steel bevestigd zijn of een hoek ermee vormen. Het blad is dubbel gezaagd van vorm, met grote inkepingen die naar voren zijn gericht. De lengte van het voegzwaard is gerelateerd aan de afmetingen van het metselwerk dat men ermee wil bouwen. Het voegzwaard lijkt op de rooihaak van de leidekker maar het blad is dunner, de inkepingen zijn naar voren gericht en het handvat eindigt niet in een haak. [MOT]...
Vloerzaag (v.)
De vloerzaag is een zaag, met sterk uiteenlopende vormen, om in de reeds geplaatste planken van een vloer, of paneelwerk tegen een muur, een gat te kunnen zagen zonder eerst gebruik te hebben gemaakt van een boor (zie omslagboor) of beitel (zie hakbeitel). Het kan een handzaag zijn van ca. 10-20 bij 4-5 cm, bestaande uit een blad met één rechte zijde dat over de hele lengte is getand, en een boogvormig uiteinde, tevens getand, dat naar de zaagsnede toe puntig uitloopt. Een ander, kleiner model heeft enkel een boogvormig getand blad. Het puntig uiteinde sluit dan aan de andere - niet getande en rechte - zijde aan. Met de boogvormige zijde zaagt de vakman door de plank. Daarna hanteert hij zijn werktuig zoals een gewone handzaag. Het kan ook een model zijn waarbij het zaagblad meestal is geklemd in een houten plankje met twee naar boven gerichte handvatten (1). Deze zaag wordt met beide handen gevat en werkt in twee richtingen. Ze beweegt over het algemeen niet loodrecht tegenover de vakman...
Vlegel (m.)
Handwerktuig waarmee graan (1) wordt gedorst door op de grond liggende losgemaakte schoven te kloppen. Tussendoor worden de halmen met een (houten) hooivork gekeerd. Wanneer alle korrels uit de aren zijn gevallen, worden de halmen weer gebonden. Het graan wordt met behulp van een blokhark samen geduwd. Men kan zowel alleen als met verscheiden (zelfs acht) arbeiders werken. De vlegel bestaat uit een houten steel (ca. 130-150 cm) en een zwaardere - meestal uit haagbeuk (2) - knuppel (lengte ca. 60-80 cm; diam. ca. 5-10 cm) die beweeglijk aan elkaar zijn bevestigd. Afmetingen en vorm van de onderdelen verschillen naargelang de periode en de streek. Zo kan de knuppel volledig uit één stuk hout zijn vervaardigd of uit samengebonden stukken gemaakt zijn zoals bijvoorbeeld in China (3). Ook de verbinding tussen de twee delen is verschillend van streek tot streek. Het werkend deel kan voorzien zijn van een leren kap of doorboord zijn. De steel kan eveneens voorzien zijn van een leren lus of van...
Voorsnijmes (o.)
Met een voorsnijmes worden grote stukken vlees voorgesneden. Het heeft een enigszins buigzaam lemmet (ca. 25-30 cm lang) met een scherpe, soms omhoog gebogen punt waarmee het vlees van de botten kan worden losgesneden. Vroeger waren voorsnijmessen vrij breed zodat men het vlees er ook mee kon serveren. De meeste voorsnijmessen hebben een 3/4 of volle tong. Het hecht kan van allerlei materialen zijn gemaakt: plastic, hout, hertshoorn, roestvrij staal, zilver of ivoor. De meer stugge messen dienen om runder-, varkens- of lamsvlees voor te snijden; licht buigzame messen worden gebruikt voor gevogelte. Het wordt vaak in combinatie met een voorsnijvork gebruikt. Zie ook hammes. [MOT]
Voegijzer (o.)
Handwerktuig dat bestaat uit een smal (ca. 5-8 mm), plat of rond ijzer dat met een omgebogen steel aan een recht handvat bevestigd is. Het wordt gebruikt om de voegen in metselwerk vol te zetten en glad te strijken (1). Zie ook mandenmakerspriem. [MOT] (1) ZWIERS:82 maakt een onderscheid tussen de voegspijker (s.v. voegijzer) met een smal (ca. 6 mm), plat blad om voegen vol te zetten en de doorhaler met breder en dikker blad (ca. 8 mm) dat aan het uiteinde als een beitel geslepen is en dat gebruikt wordt om de in de voegen gezette mortel langs de rij regelmatig aan te drukken en glad te strijken.
Voorsnijtang (v.)
De voorsnijtang laat toe om een stuk gebraad vast te klemmen, zodat men het makkelijk kan snijden. De kaken zijn vrij groot, breed en gebogen. Ze bestaan uit staven, die op regelmatige afstand van elkaar staan. Men kan met een mes tussen de staven snijden om schijven van dezelfde dikte te bekomen.  Zie ook de voorsnijvork en het voorsnijmes. [MOT]
Vleesvork (v.)
De vleesvork dient om stukken vlees of spek uit een kookpan te nemen of op te steken om ze te roosteren op het vuur. Het is een vork met twee, soms drie tanden en een lange - vaak haakvormig - steel (30 to 80 cm). Ze is meestal volledig uit ijzer vervaardigd. Bij een speciaal model staan de tanden haaks op de steel maar in hetzelfde vlak. Zie ook roostervork. [MOT]