Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,861 - 4,870 15,477 resultaten gevonden
Pijpenrasp (v.)
De pijpenrasp is een kleine (ca. 4-5 cm), cilindervormige (ca. 1 cm doorsnede) rasp met afgerond uiteinde, waarmee men aangekoekte tabak of teer in het pijpenkopje kan loswroeten wanneer dat niet lukt met de pijpenkoter. [MOT]
Priem (m.)
Handwerktuig om gaatjes in hout (1) te steken. Het gaat om een ronde of vierkantige, soms driehoekige metalen punt van ca. 5-20 cm, die in een houten of kunststof hecht van ca. 10-15 cm steekt. De Japanse priem (Japans: tatsupu horuda) is kegelvormig en lijkt op het splitsijzer. Ze is zo'n 14 cm lang en ongeveer 2,5 cm dik. Het houten handvat past in een dille. Er wordt op de priem in de theorie niet geslagen, behalve met de hand. Ze wordt enkel gebruikt om kleine en ondiepe gaten te maken, bv. voor schroeven. Niet zelden vervangt ze de afschrijfpunt. [MOT] (1) Om gaten in leer te steken, gebruikt de leerbewerker een els. In een zeil steekt de zeilmaker een zeilpriem.
Pralinevorm (m.)
Metalen plaatje (ca. 20-25 cm lang; ca. 2-10 cm breed) met een reeks gelijke ingedrukte vormen (ca. 1,5 à 6 cm hoog) en, gebruikt bij de bereiding van fijne pralines (1). Het is een variante op de methode voor het maken van chocoladetabletten (zie chocoladevorm). Tegenwoordig wordt de op werktemperatuur gebrachte chocolade in de vorm gegoten d.m.v. een pollepel. Na het trillen wordt de vorm omgedraaid om de overtollige chocolade er te laten uitvloeien tot de vereiste schaaldikte is bekomen. Na afkoeling van de chocolade in de vorm, kan deze praline worden opgevuld met een bereiding zoals praliné, kokos, likeur, enz. Nadat alles gestold is, wordt de opening, waarlangs de bereiding ingegoten is, dicht gestreken met een laagje chocolade. Een andere methode wordt gebruikt voor vastere vullingen: deze worden eerst gevormd en dan in de chocolade ondergedompeld. [MOT] (1) Oorspronkelijk was een praline een gebrande amandel, geglaceerd met suiker, vervolgens bonbons bestaande uit suikerbrij,...
Prikstok 1 tand / Prikstok 3 tanden (m.)
De prikstok met 1 tand wordt gebruikt om bespannen ossen aan te sporen of bij te sturen; de landbouwer loopt dan meestal naast de voorste ossen mee (1). In de Camargue (Frankrijk) wordt een prikstok met 3 tanden gebruikt om runderen of paarden bijeen te drijven door ze te prikken of te bedreigen. De prikstok met 1 tand is een lange (ca. 140-300 cm) stok, veelal uit hazelaar of lijsterbes, waarbij één uiteinde is aangescherpt tot een punt, of voorzien is van een fijne ijzeren punt, meestal een afgeknipte spijker. Het werkend deel van de prikstok in de Camargue bestaat uit drie korte (ca. 3 cm) tanden, verdeeld over een breedte van ca. 10 cm, met een dille (ca. 10 cm lang) waarin een steel van ca. 2-3 meter steekt. Soms is de prikstok met 1 tand gecombineerd met een ploegstok (2). [MOT] (1) Wanneer de Lappen op hun slee met 2 lopers zitten, maken ze gebruik van een lange (ca. 4 m) prikstok om de rendieren te mennen. (2) Bv. LEGROS: 113.
Praam (v.)
De praam bestaat uit een houten stok - nu wel eens van plastic - van ca. 50 cm met aan het ene uiteinde een gat waardoor een lus van touw (uitzonderlijk een ketting) steekt. Het werktuig wordt als dwangmiddel gebruikt om de aandacht van een paard bij verontrustende (bv. oogverzorging) of pijnlijke ingrepen af te leiden én om een kalmerende en verdovende werking teweeg te brengen (vgl. tangpraam). Met de linkerhand brengt men de lus over de bovenlip van het dier, met de rechter, draait men de lus aan. Hetzelfde werktuig wordt op runderen gebruikt, maar dan op een oor (1). [MOT] (1) BERTHELON: 13.
Prikradertje (voor sjablonen) (o.)
De kleermaker gebruikt een prikradertje (ca. 20 cm) om de lijnen van het patroon op de stof over te brengen, de schilder om de lijnen van een sjabloon over te brengen. Het werktuig heeft een getand wieltje (ca. 2 cm doorsnede) dat in een U-vormig beugeltje aan het uiteinde van een metalen schacht zit; de schacht steekt met een angel in een houten hecht, soms kunnen wieltjes met verschillende tanden in het beugeltje bevestigd worden. Uitzonderlijk is het prikradertje voor stof vouwbaar: wieltje en schacht verdwijnen dan in een metalen hecht. Te onderscheiden van het prikradertje (schoenmaker) omdat de tanden minder scherp zijn en dichter bij elkaar staan. Zie ook prikradertje (zadelmaker). [MOT]
Potlood (o.)
Het potlood is een algemeen bekend voorwerp maar de houtbewerkers gebruiken doorgaans een plat potlood en geen rond (1), dat niet wegrolt. Om het gemakkelijker in de spaanders weer te vinden is het meestal rood geschilderd. Zie ook zakmes. [MOT] (1) Volgens LEBEER: 165 is het potlood plat voor de stoelenmaker en rond voor de schrijnwerker.
Prikradertje (schoenmaker) (o.)
Het prikradertje (ca. 20 cm lang) van de schoenmaker heeft een metalen wieltje (ca. 2 cm doorsnede) met scherpe puntige tanden, dat in een U-vormig beugeltje aan het uiteinde van een metalen schacht bevestigd is; de schacht zit met een angel bevestigd in een houten hecht. Het wordt gebruikt om op het leder de gaatjes te markeren waar later de els doorheen moet. De afstand tussen de tandjes varieert naargelang de gewenste afstand tussen de steken. Zie ook prikradertje (zadelmaker) en prikradertje (voor sjablonen). [MOT]
Schalmentang (v.)
Zakuurwerken hingen doorgaans aan een ketting. De schalmentang opende of sloot de ring waaraan de ketting van het uurwerk bevestigd was. De kaken zijn halfrond en puntig. Eén kaak heeft een dwarse groef bovenaan aan de buitenzijde en een dwarse groef aan de binnenzijde. De andere kaak heeft drie dwarse groeven van verschillende doorsnede aan de binnenzijde. Zo kon men de ring makkelijk tussen de tang klemmen om de ring te sluiten. Wanneer men de ring over de kaken schoof, kon men de vorm aanpassen door de tang te openen. Er bestaan ook samengestelde schalmentangen: de tang met gekruiste armen heeft een kegelvormige kaak met een haakje op het einde. De andere draagt een koperen kussen met dwarse groeven van verschillende doorsnede. Daarmee kan men de schalm van een uurwerk buigen. Op de arm met kussen is een 'derde kaak' los bevestigd, die in een haakje eindigt. Drukt men de tang dicht, dan verwijdert men de twee haakjes van elkaar en kan men een ring opentrekken. De tang met evenwijdige...
Scharnierbeitel (m.)
Volledig van metaal vervaardigde beitel om scharniergaten van o.a. vleugelfitsen te hakken. De scharnierbeitel heeft een dun (2 tot 4 mm), breed (ca. 2-3 cm) blad, voorzien van één tot drie punt(en). Soms is het blad, waar de punten bijeenkomen, cirkelvormig uitgesneden om spaanders te verwijderen (1). Bij een ander model wordt op het blad kleine tandjes uitgesmeed zoals op een rasp. Deze wordt gebruikt wanneer er een kwast zit op de plaats waar men het gat moet hakken. Zie ook schietbeitel. [MOT] (1) Bv. SALAMAN 1975: 140.