De praam bestaat uit een houten stok - nu wel eens van plastic - van ca. 50 cm met aan het ene uiteinde een gat waardoor een lus van touw (uitzonderlijk een ketting) steekt. Het werktuig wordt als dwangmiddel gebruikt om de aandacht van een paard bij verontrustende (bv. oogverzorging) of pijnlijke ingrepen af te leiden én om een kalmerende en verdovende werking teweeg te brengen (vgl. tangpraam). Met de linkerhand brengt men de lus over de bovenlip van het dier, met de rechter, draait men de lus aan.
Hetzelfde werktuig wordt op runderen gebruikt, maar dan op een oor (1). [MOT]
(1) BERTHELON: 13.