Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 15,351 - 15,360 15,435 resultaten gevonden
Praktische info
Praktische info Het MOT, één museum, drie afdelingen:
Effileerschaar (v.)
Nadat de kapper de haren met een kappersschaar heeft geknipt, gebruikt hij een effileerschaar om ze zo te knippen dat er in een pluk haar verschillende lengtes voorkomen; dit om beweeglijkheid en textuur te krijgen of om het haar uit te dunnen. De techniek bestaat er uit om twee à driemaal schuin in het onderste deel van een gemiddeld dik pluk haar te knippen met enkele centimeters tussenafstand. De effileerschaar is een licht roestvrijstalen schaartje (ca. 13-17 cm) met aan beide zijden een getand blad. De (langere) tanden van één blad hebben aan hun uiteinde een schuinstaande V-vormige inkeping om het haar vast te houden tijdens het knippen. De tussenafstand van de tanden verschilt van ca. 3 mm bij de grove modellen tot ca. 0,7 mm bij de fijne modellen. Hoe dichter de tanden op elkaar staan, hoe meer er wordt uitgedund. De ogen, waar juist één vinger in past, kunnen uit kunststof zijn. Soms is er aan één oog een pinnetje voorzien waar de ringvinger tegen duwt. Een ander model, ook coupeschaar...
Kettingpijptang (v.)
De kettingpijptang dient net als andere pijptangen om pijpen aan en los te draaien. Ze bestaat uit een zware (1-5 kg) stalen staaf van ca. 35-70 cm lang met aan het uiteinde een enkele of dubbele getande bek, waaraan een ketting is gebonden. Met haar dubbele schakels gelijkt ze sterk op een fietsketting. Men draait de ketting rond de buis en haakt ze vast aan de bek. Door de tang verder neer te drukken, spant de ketting zich steeds strakker rond de buis. De bek is vaak omkeerbaar zodat de ketting in beide richtingen kan worden omgelegd. Zo is de kettingpijptang op relatief moeilijk bereikbare plekken inzetbaar t.o.v. andere pijptangen. Om mogelijke beschadiging van het werkstuk door de strakgetrokken ketting te voorkomen, kan men gebruik maken van een bandsleutel. [MOT]
Klemtang (v.)
Een klemtang kan men vastklemmen zodat het werktuig de voorwerpen blijft vasthouden en men de armen kan loslaten. De vorm van de kaken is afhankelijk van het te klemmen voorwerp. De grootte van de opening kan geregeld worden met een stelschroef. De binnenkant van de bek is meestal geribd om de grip te verbeteren. Typisch voor de klemtang is de gelede arm. Een van beide armen blijft namelijk vastzitten wanneer het werktuig toegedrukt is en kan geopend worden met een afzonderlijke hefboom. [MOT]
Ringsleutel (m.)
Dit type van moersleutel (zie glossarium) sluit geheel om de moer of kopbout. Hierdoor kan je meer kracht zetten dan met een steeksleutel, die de moer maar op twee hoeken aangrijpt. De ringsleutel heeft een werkend deel in de vorm van een -binnenin- vier-, vijf-, zes- of meerzijdige ring; de naam wordt ook gebruikt wanneer die vorm uit een plaat gedreven werd. Vaak is het werktuig samengesteld uit verschillende werkende delen van verschillende maten; voor heel kleine moeren en bouten bestaan er ook setjes met verscheidene met elkaar verbonden sleutels. Ook komt een combinatie met een steeksleutel, een haaksleutel, een magneetsleutel of een schroevendraaier voor, zelfs een hoefkrabber. Voor kleine moeren kan een ringsleutel gebruikt worden die verstelbaar is door middel van een stelmoer (zie ook fietssleutel (ringsleutel)). Het hecht kan recht, S- of boogvormig zijn. Er bestaat een variante met ratel. Zie kalkoensleutel, open ringsleutel, ringsleutel voor wiel, slagringsleutel, sleutel...
Steeksleutel (m.)
De steeksleutel is een gaffelvormige moersleutel (zie glossarium) met open bek die de moer van terzijde vat (in tegenstelling tot de ringsleutel bv.). De bek ligt in hetzelfde vlak maar heeft een standhoek van 0° tot 90° ten opzichte van de steel. De sleutel kan enkel of dubbel zijn, gecombineerd met een ringsleutel (men spreekt dan soms van een steekringsleutel), een haaksleutel, enz. (1).Voor diverse modellen van verstelbare steeksleutels, zie de moersleutel (verstelbare). Zie ook de alligatorbeksleutel, kalkoensleutel, magneetsleutel, slagsteeksleutel, conussleutel. Te onderscheiden van de open ringsleutel. [MOT] 1) Uitzonderlijk kan men "om zekerheid te hebben, dat de sleutel niet met een stuk gaspijp verlengd kan worden, de steel in een knop of in een tweede omgezette bek doen eindigen…" (ZIECK & POSTEMA: 182).
Controletang (v.)
De controleur ontwaardt het ticket door er een figuur in te drukken of er een stukje papier uit te drukken. De kaken zijn aangepast aan het doel. Beide tangen worden verder besproken. De stempeltang heeft een kaak met een spleet waarin men het kaartje stopt. De andere kaak is een staaf met stempel, die door de wand van de spleet het kaartje tegen de andere wand drukt en er een figuur in drukt. Er bestaat ook een stempeltang om officiële stempels in papier te drukken.  De tang om een uitsnijding in de rand te maken heeft een grote vlakke steunkaak met een uitsparing waarin de andere kaak past. Wanneer men de tang dichtknijpt, duwt de kleine scherpe kaak het papier tegen de grotere steunkaak en knipt de figuur uit het papier. Hetzelfde principe zien we bij de tang die een gaatje in het ticket knipt. De kaken bestaan uit een priem en een holle steun. Wanneer men nog meer gegevens op de kaart wenst aan te brengen, combineert men de controletang met de stempeltang. [MOT]
Tondeuse (kapper) (v.)
De kapper gebruikt een tondeuse voor het millimeteren van hoofd- of baardhaar. In tegenstelling tot de tondeuse voor paarden en runderen is deze van de kapper klein en licht en kan ze met één hand worden gehanteerd. De tondeuse heeft een dubbele metalen kam (ca. 4 cm bij 3,5 cm) met een 30-tal fijne tanden, waarvan het bovenste gedeelte kleiner (ca. 3 cm bij 2 cm) en vervangbaar is. Twee metalen armen - één vast aan het onderste blad en één draaiend rond een spil met veer - zijn voorzien van twee haakjes die de hand tegenhouden. De bewegende arm zorgt ervoor dat de bovenste kam horizontaal over de andere schuift en zo het haar, dat zich tussen de tanden bevindt, afknipt. Zie ook tondeuse voor honden en schapen. [MOT]
Vlampijpborstel (m.)
De vlampijpborstel is een verwarmingswerktuig om vlampijpen te reinigen, door het roet los te maken en te verwijderen, wanneer deze de doorvoer blokkeert. De stugge haren (staaldraad, messing, nylon,...) zijn in een getorste ijzerdraad geklemd, waaraan een verlengstuk wordt geschroefd, eveneens een staaf van getorste ijzerdraad (ca. 70-150 cm), die eindigt in een ring waarmee men het werktuig vat. Het werkend deel gelijkt enigszins op sommige schoorsteenborstels en op de spongatborstel, die veel korter is. Vlampijpen zijn ijzeren of koperen pijpen, "Elk der betrekkelijk dunne buizen door welke gloeiende gassen getrokken worden, aangebracht in stoomketels, die ten doel hebben het verwarmend oppervlak te vergrooten [sic] ... waardoor in tubulaire ketels de vlam en rook naar de schoorsteen gaan" (1). Ze komen voor aan stoomketels, boilers en diverse machines, bv. in fabrieken, op een schip, in een locomotief. Dergelijke vlampijpborstel lag courant in kelderruimtes bij de verwarmingsketel....
schoorsteenveger