pagina
Bakken
Bakken van het brood De deegballen worden met behulp van de ovenpaal in
rijen naast elkaar in de oven gestoken. De deegballen mogen niet tegen
elkaar gelegd worden omdat het deeg nog zal uitzetten. De broden mogen ook
niet tegen de wanden komen omdat ze dan aanbranden. Bij het inschieten van
het brood moet men vlug te werk gaan want de eerste bakken reeds terwijl de
andere nog niet in de oven liggen; bovendien koelt de oven dan te vlug af.
Een weinig meel op het blad van de ovenpaal voorkomt het kleven van de
deegbal. Wanneer de broden zich in de oven bevinden, wordt deze afgesloten
om de hitte maar ook de damp in de oven te houden. Tijdens het bakken
verdampt een deel van het water uit het deeg. Deze damp "valt neer" op het
brood als de oven afkoelt, waardoor het brood een zachte korst krijgt. De
bakduur is afhankelijk van het gewicht van het brood en van het gebruikte
broodgraan: wittebrood: ongeveer één uur roggebrood, volkorenbrood: 1,5 uur
tot 2 uur vlaai: ongeveer een kwartier (=...