nodig
Sluit de ovenmond eerst af met stenen, planken of ander herbruikbaar materiaal.
Maak een ondersteunend formeel uit vochtig grof zand of zavel en druk deze, met je handen of een metselaarstroffel, stevig aan in de vorm van het te bouwen gewelf (zie ook korfboog). Doe dit in verschillende stappen zodat je een stevige massa bekomt die niet verzakt. Om de juiste maten te bekomen kan je enkele verticale stokken plaatsen in de aslijn van de oven, die in lengte overeenkomen met de hoogte van het gewelf. Ook op bijvoorbeeld 20 cm van beide zijden van de aslijn kan je dit doen om een perfect symmetrische vorm te bekomen. Het zand kan zo in profiel gebracht worden om de juiste binnenvorm te verkrijgen. Deze tijdelijke zandsculptuur vormt een dragend vlak waarop je het gewelf kan metselen.
foto Stef Lambrechts
foto Hendrik Van Eyken
foto Hendrik Van Eyken
Tip: Tijdens de Stage bouw zelf je oven wordt een ovengewelf gebouwd van 104 cm x 85 cm; de ovenmond bedraagt 39,2 cm x 30,2 cm. De hoogste afmeting van het gewelf is 9 cm hoger dan de ovenmond. Het stokje van ca. 39 cm wordt op 34 cm van de achterzijde van het gewelf geplaatst en recht gehouden met 4 bakstenen.
Bij het in profiel brengen van het ondersteunend formeel zijn volgende punten belangrijk:
Tip: Je kan, om zand te sparen, eerst een stevige constructie uit afvalmateriaal zoals hout- en baksteenresten, (suiker)bieten, een stuk rolluik, enz. plaatsen waarop je dan het zand in de juiste vorm modelleert. Zorg wel dat je nadien de constructie er via de ovenmond makkelijk kan uithalen. Gebruik dus kleine stukken.
Eén ovenbouwer metselt het gewelf zo hoog mogelijk op zonder behulp van een formeel. Pas als de stenen door de helling een ondersteuning nodig hebben bouwt hij een stelling waar een vlakke plaat op rust en de zandvorm op wordt aangebracht.
foto Hendrik Van Eyken
foto Carlo Vande Walle
foto Jozef Dockx
foto Hendrik Van Eyken
Wanneer het formeel klaar is, kan je het ovengewelf in koppenverband verder metselen. Doe dat nooit bij vriestemperatuur. Bij afwisselend vriezen en dooien zou het water in de leem- of kalkmortel uitzetten en opnieuw krimpen, waardoor scheuren kunnen ontstaan.
Breng mortel op de strek en de vlakke zijde van de steen aan en plaats het midden van de kop tegen het formeel in zand. Daar waar de voegen langs de buitenzijde van het gewelf te breed worden, vul je de gaten op met wiggen in baksteen voor extra stevigheid.
uit Ons Heem 42 (1988) 4-5: 179
tekening Marc Verreydt
foto Stef Lambrechts
foto Carlo Vande Walle
foto Carlo Vande Walle
foto Carlo Vande Walle
foto Carlo Vande Walle
Bij het sluiten van het gewelf moet je ervoor zorgen dat het als een puzzel in elkaar past. Slijp desnoods de laatste rijen bakstenen en de sluitsteen aan de vorm van de opening aan. Plaats ze vooraan in visgraat; achteraan worden ze verticaal geplaatst. De kromming van het formeel wordt hier niet meer gevolgd.
Zorg dat alle voegen goed gevuld zijn. Na het plaatsen van de sluitsteen wordt het ovengewelf met mortel afgestreken.
Tip: Het vergt wat oefening en ruimtelijk inzicht om de laatste bakstenen aan te passen. Teken met potlood telkens het boven- en ondervlak af van de te metselen baksteen. Na het kappen of slijpen en het controleren metsel je hem onmiddellijk in om dan aan de volgende baksteen te beginnen.