Werktuig, met een rubberen rol en geslepen stervormig blad (diam. ca. 15 cm) waarvan de punten over een vast plaatje glijden (1), waarmee men de lange rechte kanten van het gazon afsnijdt. Het werkend deel is tussen een beugel bevestigd. Laatstgenoemde eindigt in een dille waarin een ca. 120 cm lange steel steekt.
Vroeger ook een ijzeren, al dan niet fijn getande (2), schijf (diameter ca. 26-28 cm; dikte ca. 2-3 mm) die om een as draait en bevestigd is in een houten steel (vgl. meetwieltje (wagenmaker)). Soms is het blad aan beide zijden voorzien van een tweede schijf (diameter ca. 16-18 cm; dikte ca. 1,5 mm), allen in het middelpunt met elkaar verbonden, die als wiel fungeren opdat het werktuig niet te diep in de grond zou dringen (3).
In tegenstelling tot de graskantsteker wordt de rand van het gazon met een borduurafsnijder afgesneden in plaats van afgestoken.
Zie ook zodensnijder. [MOT]
(1) Zoals bij een schaar waarvan de twee bladen over elkaar glijden en waarmee een doorlopende snede wordt gemaakt.
(2) Volgens DEBY (uit DAVID 1975a: 140) kan men hiervoor ook een blad van een cirkelzaag nemen.
(3) DEBY uit DAVID 1975a: 141.