Meettuig bestaande uit een schijf of wiel (ca. 20 cm) dat draait om een as bevestigd in een ijzeren of houten handvat. Schijf of wiel kan uit hout, ijzer of een combinatie van beide gemaakt zijn (1). Meestal is er radiaal een merkstreep aangebracht.
Nadat de wagenmaker de velgen op de spaken heeft aangedreven (zie ook spakentrekker) keert het wiel terug naar de smid om beslagen te worden. Die vakman meet de omtrek van het wiel door het meetwieltje over het wiel te laten rollen en het zelfde aantal omwentelingen over te brengen op de ijzeren band. Dan kan hij deze op de gewenste lengte afhakken of -knippen.
Het meetwieltje wordt ook sporadisch gebruikt door de molenbouwer wanneer hij de molensteen met ijzeren hoepels beslaat.
Zie ook borduurafsnijder (roterend). [MOT]
(1) NEDERLOF: 20.
MOT V 2019.0064
MOT V 2020.0510