De pijptang is speciaal ontworpen om pijpen aan- en los te draaien.
De arm van de onderste kaak is hol zodat de andere arm erin past. Hij kan tevens door een bout versteld worden om de opening tussen de kaken te vergroten of te verkleinen. Deze bout vormt ook het scharnier van de tang. De bovenste kaak is naar achter getand, de onderste naar voor. De tang grijpt de pijp wanneer men ze naar beneden drukt, maar glijdt erover wanneer men ze terug naar boven brengt. Men hoeft dus niet telkens de tang te openen om de pijp verder aan te draaien. Deze tang wordt soms ook Blitztang of klemtang genoemd. Ze bestaat in verschillende maten (15-40 cm) maar meestal gebruikt men een tang van ca. 30 cm.
Er bestaat ook een pijptang die de smid gebruikt om ronde of lange stukken te vatten. De lange stukken vat men haaks tussen de kaken. Deze bestaan uit een haakvormige ronde haak en een korte rechte kaak die het bewerkt stuk tegen de haak drukt. Men kan ook pijpen aandraaien met deze tang.
Het Stillson model lijkt eerder op een verstelbare moersleutel.
Bijzondere varianten op de pijptang zijn de kettingpijptang en de bandsleutel, ook zelfklemmende pijptang genoemd.
Andere loodgieterstangen zijn de fitterstang, de pijp-en fitterstang, de waterpomptang en de sifontang. [MOT]
MOT V Dv 1297 (pijptang (Blitz model))
MOT V 93.0044
MOT V 94.0262 (pijptang (Stillson model))
MOT V Dv X 0662 (pijptang (smidsmodel))
MOT V Dv 0135 (pijptang (smidsmodel))
MOT V Dv 0795 (pijptang (Blitz model))
MOT V 91.0408 (pijptang (Bremer model))
MOT V 2009.0153