werktuig
Fitterstang (v.)
Pijpen en moeren kan men aan- en losdraaien met een fitterstang. De
betrekkelijk lange bek heeft minstens één, maar vaak twee of drie gaten van
verschillende grootte. De breedste opening ligt meestal het dichtst bij de
draaispil, aangezien de druk er het grootst is. Soms is één van de
openingen achter de draaispil geplaatst wanneer weinig druk mag uitgeoefend
worden. De tandjes aan de binnenzijde van de kaken zijn driehoekjes die van
het midden weg naar de uiteinden uitwaaieren. Bij de meeste fitterstangen
treft men een schroevendraaier en een ruimer op de uiteinden van de armen
aan. Vele zijn van een draadknipper voorzien en soms ook van een
draadtrekker. Er zit dan asgericht een groef in de bekken om een draad te
kunnen vatten en er op te trekken.De fitterstang is soms gecombineerd met
een kraanmoertang. Er bestaan vele modellen van fitterstangen, die men al
naargelang het model aanduidt met "gastang", "gasfitterstang", "conustang",
"tang voor fietsen en auto's" en "gasbektang" voor...