identificatiecode
beroep
beroep
beroep
beroep
holotype
alias
De kanthaak dient tot het wentelen van stammen, soms van balken (vgl. palter en zethaak).
Met een modern model, met name log jack (1) is het bovendien mogelijk een stam op te lichten om hem door te zagen.
Het werktuig bestaat uit een houten stang van ca. 1,20-1,75 m, waaraan door middel van een ring een zware metalen haak vastgemaakt is. Die haak draait rond een spil. Het onderste uiteinde is met een metalen plaat beslagen of eindigt in een metalen punt die het mogelijk maakt met het werktuig te duwen (2). In de haak zijn soms gaten geboord; hij is dan door middel van een bout vastgemaakt en kan versteld worden.
De kanthaak (voor stam) wordt zoals de palter gehanteerd behalve dat de stang aan de ring vast is. Over het algemeen werken twee of drie man te samen. Wanneer alleen gewerkt wordt, worden soms twee kanthaken gebruikt die om beurt de stam verder rollen.
De kanthaak (voor stam) wordt vooral in de zagerij of op de opslagplaats gebruikt. De houthakker verkiest de lichtere palter. [MOT]
(1) FORBES 1961: 16.17; HUGGARD & OUWEN: fig. 2.7.
(2) Het werktuig met punt heet in het Engels peavey. Het zou van Amerikaanse herkomst zijn (MERCER: 45) en is vooral voor de vlotter nuttig.
Kanthaak MOT V 86.0359 L=155cm