Lange (ca. 150-200 cm), dunne (ca. 6 mm) ijzeren stang met dille verbonden aan een rechte houten steel (ca. 100 cm) met een hoek van ca. 135°.
Als de turf veel water bevat en het onmogelijk is om hem met de vleugelspade te steken, wordt met de baggerbeugel de bagger uit de kuil geschept en op het heideveld verspreid in "banken" waarvan de breedte overeenstemt met de lengte van het slagijzer en 10 à 15 cm dik is. Op de lichtgedroogde bagger wordt met het slagijzer op regelmatige afstanden (10 à 20 cm) geslagen. Bij het volledig uitdrogen barst de specie op de ingedrukte lijnen zodat het verdelen in kluiten wordt vergemakkelijkt. [MOT]