straatnaam
Waalstraat
huisnummer
169
stad
ingediend op
commentaar
Op het erf van het geboortehuis van de kranige negentigjarige René De Ruyck staat nog steeds het ovenbuur met ernaast een indrukwekkende perenboom. Hij werd zeker aangeplant door de grootvader van René. René vertelt verder dat de broden in zijn jeugd driemaal groter waren dan nu. In de afgekoelde oven werden ook appelschijfjes gedroogd en bleven dus langer voor gebruik bewaard. De assen van de oven werden tussen de poreiplanten gestrooid: zeker een milieuvriendelijk middel om ongedierte te bestrijden. Op vele daken van bakhuizen groeiden vetplanten die men "donderblaren" noemde. In vroegere eeuwen dacht men dat deze planten de gebouwen tegen de donder beschermden. In feite noemt de plant "sempervivum" of huislook. Men gebruikte ze om brandwonden te genezen. tegen heelwat bakhuizen vond men wingerdplanten die heerlijk smakende druiven voortbrachten. (Tekst en scan uit WIELEMUNS F. - DE KEYSTER L., Ovenburen te Zulte in Bijdragen tot de geschiedenis en de folklore van Zulte, 1989, p. 7-19).
ingediend door
scan uit WIELEMUNS F. - DE KEYSTER L.