Het bakhuis, dat achter de hoeve staat, werd gebouwd in de tweede wereldoorlog door Henri Janssens, bijgenaamd 'Ri van Michiel'. Deze kende de kunst om een bakoven te metselen, want ook zijn vader Michiel Janssens was metselaar. Het linkerdeel van het bakhuis deed dienst als 'varkenskot'. De deur en de trog van het vanrkenshok waren in de zijgevel. De W.C. was erbuuiten tegenaan gebouwd. De deur van de W.C. was evenwijdig met de Leuvensesteenweg, evenals de deur van het bakhuis. Boven het varkenshok was het kippenhok. De kippen zaten daar droog en bereikten hun hok langs de deur van het bakhuis. De rest van het bakhuis diende om hout en steenkool te stapelen. De houtmijt lag achter het karhuis van de hoeve Geerts, niet ver van het bakhuis. In het bakhuis zag men de ovenmond. De oven was gebouw met stenen op hun kant, het was dus een gewelfde oven. Hierboven was een laag leem gestreken. Onder de ovenmond was een opening om de grote stukken hout te plaatsen. Toen de oven voor het eerst in brand gestoken werd was hij volgepropt met hout. Wanneer dat volledig opgebrand was, mocht men de oven gebruiken. De oven zelf was 1,90m lang. Boven de oven kon men sommige zaken laten drogen. Ook het landbouwalaam zoals de ploegschaar werd hier opgestapeld. Er was een deurtje in het puntdak van de oven om deze stapelruimte te benutten. Het bakhuis dat met wijnranken begroeid was, is op het einde van de jaren '70 ingevallen. In 1984 werd hij volledig opgeruimd bij de afbreaak van de oude hoeve van Grunderbeeck door Robert Geerts. (Henri Vannoppen)