Ten Z., buiten het erf, bakhuis van een trav. en een bouwl. onder zadeldak; beide zijgevels afgewerkt met aandak en vlechtingen. In de voorgevel, een getoogde deur (XIX B). In de achtergevel een rondboogdeur in een kalkstenen omlijsting van hergebruikt materiaal; een ontlastingsboog boven de deur wijst op een oudere muuropening. Het bakhuis is thans met de hoeve verbonden door een lage, bakstenen varkensstal (XIX B) onder lessenaarsdak; rechth. deuren onder houten latei. Losstaand, open karrenhuis. (M&L)