werktuig
Kettingzaag (hand) (v.)
De kettingzaag (hand) (1) is een vouwbare zaag en maakt deel uit van het
gereedschap van de genie en de artillerie in het leger. Ze dient om
betrekkelijk kleine bomen te vellen en takken van nog niet gevelde bomen af
te zagen. Ze bestaat uit een opeenvolgende reeks getande blaadjes van 8-10
cm, telkens verbonden door een plaatje en twee klinknagels (2). Het geheel
meet ca. 1,20 m en eindigt in twee ringen. Aangezien niet alleen het blad
maar ook de klinknagels in de snede moeten kunnen, is de zaag zeer breed
gezet (zie glossarium). Hoewel de kettingzaag door één man gehanteerd kan
worden, wordt ze meestal door twee man getrokken. Om een beter houvast te
bieden, worden vaak twee stukken hout of twee buisjes in de ringen
gestoken. Wanneer een hoge tak afgezaagd moet worden, worden twee touwen
aan de ringen bevestigd, waaraan getrokken wordt (3). Zie ook draadzaag
(houthakker). [MOT] (1) V.A.W.P. (2) De firma Goldenberg maakte een model
met 2 en 3 tanden per blaadje voor de artillerie, en...