Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,421 - 5,430 15,477 resultaten gevonden
Zodenbijl (v.)
Bijl met groot, zwaar en dik (ca. 5 mm), rechthoekig (ca. 40 cm bij 10 cm) of halvemaanvormig (1) ijzeren blad dat door middel van een oog of dille verbonden is aan een lange (ca. 100 cm) gebogen steel. De snede van het blad en het uiteinde van de steel vormen een hoek van ongeveer 45°. De zodenbijl dient om de zoden - met taaie wortels - door te hakken bij oppervlakkige turfwinning, maar ook om bijvoorbeeld daar waar een greppel met de steekspade uitgegraven zal worden om draineerbuizen te leggen (zie buizenlepel en leghaak). Bij het steken van zoden om dijken of taluds te beschermen, wordt ook vaak een zodenbijl gebruikt om de oppervlakte van de weide in lange repen te verdelen, die daarna met de tuinspade dwars afgestoken worden en dan met de zodenlichter losgemaakt (2). Zo'n bijl wordt ook soms gebruikt als mestbijl, om de aaneengekoekte mest van de potstal door te hakken. Zie ook zodensteker en zodensnijder. [MOT] (1) Bv. DEBY uit DAVID 1975: 140. (2) Bv. FRICK & CANAUD: 508.
Zinksnijder (m.)
De zinksnijder is een mes dat de zinkwerker en de dekker gebruiken om bladzink te snijden. Het bestaat uit een stalen schacht die haakvormig is met aan het uiteinde een snijvlak. Het kan in een houten hecht bevestigd zijn of volledig van metaal zijn. Het mes kan ook verstelbaar zijn. In dat geval is het langwerpig met aan de korte zijde een schuin snijvlak. Het wordt vastgeschroefd in een metalen houder die in een hecht steekt. Zie ook tegelsnijder. [MOT]
Jaloeziewasser (m.)
De latjes van plastic jaloezieën kan men makkelijk afstoffen met een jaloeziewasser.  Kenmerkend zijn de lange kaken met mousse (of een andere stof) aan de binnenzijde om de latjes af te stoffen. De kaken zijn soms licht gebogen om de buiging van de latjes beter te kunnen volgen. Al naargelang het model heeft men één of twee bekken. In het laatste geval staan de bekken op zo'n afstand van elkaar dat men twee latjes tegelijkertijd kan poetsen. [MOT]
Zoolmes (o.)
Het zoolmes heeft een kort (4-5 cm) tweesnijdend metalen blad dat schuin tegenover de as van de angel ligt. Het hecht is zo'n 40 cm lang. De klompenmaker gebruikt het zoolmes om de binnenzool van de klomp, onder de kap, glad te maken. Hij neemt de steel met beide handen vast: de linker dichtbij het ijzer, de rechter dicht bij het uiteinde om een hefboom te hebben. Soms ook vat hij het met beide handen naast het ijzer. Het uiteinde van de steel rust dan op zijn schouder, tegen zijn hals. De snede die steeds vlijmscherp moet zijn, wordt op een zacht stuk hout, bv. wilg (Salix) geslepen. [MOT]
Zoollikhout (o.)
Het zoollikhout is een langwerpig (ca. 15-18 cm) stuk hout - dat meestal een rechthoekige doorsnede heeft, soms in het midden wat gezwollen voor een betere grip - met getrapte uiteinden, waarmee de schoenmaker de zoolranden polijst. [MOT]
Zuigerveertang (v.)
Wanneer de dunne, veelal uit gietijzer vervaardigde zuigerveren van de zuiger van een verbrandingsmotor vervangen moeten worden, gebruikt men een zuigerveertang om ze geleidelijk en regelmatig over de hele omtrek te buigen zodat ze gemakkelijk over de zuiger geschoven kunnen worden; trekt men alleen de einden uit elkaar, dan zal de veer enkel maar buigen aan de tegenovergestelde zijde zodat de kans op breuk hierbij zeer groot is. Eén model heeft een paar nokken op zijn bek, die eerst achter de rand van de zuigerveer (50-100 mm) grijpen. Drukt men de handgrepen naar elkaar toe, dan krijgt de veer eerst steun op de zijkanten en zet daarna uit. Een ander model is voorzien van twee veren die de tweeledige bek met messingen uiteinden - om de zuigerveer niet te beschadigen - bijeenhouden. De zuigerveer wordt door de uiteinden op twee plaatsen vastgegrepen door de armen lichtjes toe te duwen. Bij het verder dichtknijpen, gaan de twee kaken verder uit elkaar zodat de zuigerveer uitzet. [MOT]
Zwabber (m.)
Handwerktuig dat bestaat uit kabelgaren, lappen of sokken (1) bevestigd aan een lange (ca. 1-1,30 m) steel en waarmee men het dek van een schip kan dweilen (2) of, eveneens aan boord, de planken van het dek kan vochtig houden (3) of zelfs een brand kan blussen (zie ook vuurzweep)(4). Hetzelfde werktuig wordt ook in huis gebruikt om de vloer te dweilen. Dan bestaat het soms uit lange pluizige draden om de vloer af te stoffen. Sommige modellen zijn voorzien van een stang in een holle steel. Bij het uittrekken van de stang wordt het werkend deel bij elkaar gedrukt zodat het overtollige water eruit loopt. [MOT] (1) DORLEIJN: 132. (2) Ook om water op te nemen in een scheepsruim (DORLEIJN: 132). (3) Men spreekt dan soms van een koelzwabber. (4) Men spreekt dan soms van brandzwabber.
Zwaaispits (m.)
De zwaaispits (1) is een handwerktuig van de steenbewerker met een lange houten steel (ca. 30-100 cm) die met twee handen gevat wordt en een lange (ca. 30-50 cm) symmetrische ijzeren kop (2 à 3 kg zwaar) met twee piramidale punten. De steenhouwer hanteert hem om de grovere oneffenheden in natuursteen weg te hakken op de verticale vlakken. Zie ook de afhouwhamer. De hamer is verwant met de bilhamer die door de molenaar wordt gehanteerd om een maalsteen te billen, maar diens banen vormen doorgaans een bredere pen. Het handwerktuig is niet te verwarren met de polka en sommige modellen van de vlecht en houweel. [MOT] (1) De term is een verbastering van het Duitse Zweispitz (twee punten).
Zuiverhekel (m.)
Het gezwingelde vlas (zie zwingelmes) of de hennep (1) wordt gezuiverd, d.i. ontdoen van knopen en de nog laatste achtergebleven lemen en klodden (korte en zwakke vezels), door de vezels door de tanden van de grove hekel, ook voorhekel genoemd, en daarna door een fijnere hekel te trekken. Beide bestaan uit een schuin (ca. 80°) opgestelde houten plank voorzien van een 5-16-tal tanden (ca. 8-12 cm lang) (2) die geschrankt staan. De plank, soms voorzien van een uitsparing om de voet door te steken, is aan een (houten) voetplank bevestigd. Ook in de vorm van een hekelplank of -bank (3). Te onderscheiden van de spinhekel waarbij de vezels worden gekamd juist voor ze gesponnen worden. Zie ook de repelkam. [MOT] (1) De zuiverhekel voor het vlas zou fijner zijn dan die voor de hennep (WEYNS uit Ons heem 26 (1972) 3: 101). (2) ELOY: 322, meldt een (hennep)hekel met ca. 40 pinnen met een lengte van ca. 16 cm lang. (3) Bv. DEWILDE 1983: 380.
Zuigergroefreiniger (m.)
De zuigergroefreiniger is een handwerktuig om de groeven of gleuven van een zuiger in een motor te reinigen. Daartoe monteert de garagist een vervangbaar wieltje, met vier of meer uitsteeksels die koolstofafzettingen uit de groeven schrapen. De ronde vorm van de bek is passend om het werktuig rond de zuiger te klemmen. Zie ook de zuigerveertang. Hoewel zijn vorm enigszins gelijkt op een diktepasser, is het geen passer. [MOT]