werktuig
Spakentrekker (m.)
Wanneer de spaken in de naaf gedreven zijn, moeten ze in de velgen gestoken
worden. Omdat ze niet evenwijdig lopen, is de afstand tussen hun uiteinden
groter dan de afstand tussen de overeenkomstige pengaten in de velg. Om de
spaken samen te trekken, wordt de spakentrekker aangewend (1). Twee vormen
met hefbomen kunnen van elkaar onderscheiden worden: de spakentrekker met
één en die met twee hefbomen. In beide gevallen gaat het om hefbomen van de
tweede soort. Het eerste kan een ketting met een zware haak aan een
uiteinde zijn. De hefboom, een metalen staaf met een haakje aan een
uiteinde, wordt door een schakel gestoken. Het kan ook een houten stang
zijn waar, op ca. 15 cm van het uiteinde, een zware haak aan vastgemaakt
is, zodat hij kan draaien (2). De haak wordt achter een spaak geplaatst. De
stang of de staaf, die achter de volgende spaak gestoken wordt, wordt naar
de haak geduwd. De tweede vorm bestaat uit twee stangen verbonden door een
ring (3) of een touw (4). Aan de binnenzijde...