Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,281 - 5,290 15,477 resultaten gevonden
Spatmolen (m.)
De spatmolen is een handwerktuig om een ruwe textuurlaag op een muur aan te brengen, bv. verf, pleister, crepi, stucwerk (1). Dit kan gebeuren om van een zeer ruwe kapotte muur een gelijkmatige wand te maken of om een voorbereidende reliëflaag op een vlakke muur aan te brengen.  In het recipiënt van plaatstaal wordt door een draaizwengel een vervangbare ronde borstel geroteerd. De uiteinden van de borstel uit kunststof of dun metaal worden tegengehouden en komen bruusk weer los zodat de specie in talloze deeltjes uit het gat spat. De talrijke puntjes die op de muur verspreid worden, zorgen voor een goede hechting van latere verflagen. Op sommige modellen is de snelheid verstelbaar met een hendel aan de buitenkant. Soms is een kniesteun voorzien om het werk te verlichten, zoals bij een spaarbord. Zie ook de verfmolen. [MOT] (1) In andere talen spreekt men over een Tiroolse laag, vandaar het Franse tyrolienne en het Engelse Tyrolean machine.
Spakentrekker (m.)
Wanneer de spaken in de naaf gedreven zijn, moeten ze in de velgen gestoken worden. Omdat ze niet evenwijdig lopen, is de afstand tussen hun uiteinden groter dan de afstand tussen de overeenkomstige pengaten in de velg. Om de spaken samen te trekken, wordt de spakentrekker aangewend (1). Twee vormen met hefbomen kunnen van elkaar onderscheiden worden: de spakentrekker met één en die met twee hefbomen. In beide gevallen gaat het om hefbomen van de tweede soort. Het eerste kan een ketting met een zware haak aan een uiteinde zijn. De hefboom, een metalen staaf met een haakje aan een uiteinde, wordt door een schakel gestoken. Het kan ook een houten stang zijn waar, op ca. 15 cm van het uiteinde, een zware haak aan vastgemaakt is, zodat hij kan draaien (2). De haak wordt achter een spaak geplaatst. De stang of de staaf, die achter de volgende spaak gestoken wordt, wordt naar de haak geduwd. De tweede vorm bestaat uit twee stangen verbonden door een ring (3) of een touw (4). Aan de binnenzijde...
Spatbordponstang (v.)
De fietsenmaker gebruikt een spatbordponstang om gaten te ponsen in een spatbord. Het is een speciale metaalponstang waarbij één van de kaken rond en uitgehold is zodat er plaats is voor de kromming van het spatbord. Zo is het mogelijk om gaatjes te ponsen op enige afstand van de rand zonder het spatbord te moeten draaien. Een bek is voorzien van een verwisselbare hippel of stalen cilindervormige pen (diam. ca. 4-6 mm), de andere van een holle cilinder met overeenstemmende diameter. De hippel is aan de onderkant schuin afgesneden zodat hij op één punt begint te snijden. De tang zelf kan voorzien zijn van een spil of van een dubbele hefboom. Op sommige modellen zorgt een veer voor het automatisch opengaan van de tang; een ring die rond de tweede arm glijdt, houdt de tang dicht. [MOT]
Spatel voor smout (v.)
De spatel voor smout bestaat uit een houten spatel waarvan het uiteinde een afgeplat tongvormig blad (ca. 12 cm bij 6 cm) vormt. Na het uitsmelten van de reuzel in een ronde ketel en het persen met een vetpers, wordt het zuivere vet in een ketel of aarden pot afgekoeld door het in een bak met stromend koud water te plaatsen. Tijdens het afkoelen wordt de langs de wanden vast gezette reuzel met de houten spatel afgestoken en omgeroerd met de nog warme reuzel tot deze geheel gestold is. "Het goed afkoelen en roeren van reuzel is van zeer groot belang: wordt deze snel afgekoeld en degelijk geroerd, dan is de reuzel zeer blank, smijig, vettig, vast en goed bestand tegen de warmte." (1). Zie ook keukenspatel. [MOT] (1) Uit VINCK: 466.
Speculum (o.)
Bij een medisch onderzoek kan de arts bepaalde lichaamsholtes openhouden met een speculum. De kaken van deze tang zijn aangepast aan de vorm van de holte. Bij het speculum voor de neusgaten bijvoorbeeld vertrekken de kaken vrij breed en versmallen op het einde, aangezien de neus bovenaan smaller is. Men opent de tang wanneer men de armen samendrukt. De tang kan in elke stand geblokkeerd worden d.m.v. een ring die over de armen schuift. De armen zijn aan de buitenzijde getand zodat men de ring op de gewenste stand kan vastzetten. Er bestaan ook speculums voor het onderzoeken van keel, oor, endeldarm en vagina. [MOT]
Spaghettitang (v.)
Met deze tang grijpt men de spaghetti uit de kom om ze op de borden te scheppen. De kaken zijn breed en getand om de bovenste laag spaghetti te vatten. Wanneer men te diep grijpt, is de spaghetti moeilijk te vatten of neemt men teveel ineens mee. De kaken staan licht schuin op de as zodat men makkelijk in de kom kan en toch de volle breedte van de kaken kan benutten. Zie ook spaghettilepel. [MOT]
Spatel voor grondboor (v.)
Zware spatel om de grond uit het werkend deel van een grondboor te verwijderen. Zij heeft een kort (ca. 15 cm) plat gebogen blad, bevestigd aan een recht houten hecht. Zie ook grondboorsleutel. [MOT]
Spijkerlichter (m.)
Handwerktuig dat de schoenmaker en de stoffeerder gebruiken om spijkers uit te trekken. Het is een kleine (ca. 20 cm lang) koevoet die in een houten hecht steekt. [MOT]
Spitgreep (m.)
De spitgreep (1) is een handwerktuig met - meestal vier (2) - brede, platte of in doorsnede driehoekige tanden. Werkend deel en een T-, D- of knopsteel (ca. 80-100 cm) zijn d.m.v. een angel - verstevigd door een beslaghuls -, een dille of twee veren aan elkaar bevestigd. De punten van de, licht naar voor gebogen, tanden zijn beitelvormig of puntig. Het "blad" loopt naar onder toe breder uit. Een ander model heeft bovenaan het blad een brede band om de kluiten makkelijker te dragen en om te draaien. Een spitgreep wordt gebruikt om steenachtige of sterk samenhangende (klei-)grond te bewerken (3) of te verkruimelen en om mest onder te spitten. In de (moes)tuin worden, in tegenstelling tot de tuinspade, met de spitgreep bij het verplanten de wortels van de plant minder beschadigd. Om dezelfde reden geeft de tuinier ook de voorkeur aan dit werktuig om slingerplanten en struiken uit te steken. Een iets bredere en langere spitgreep wordt als aardappelrooivork gebruikt. Zie ook spitgreepje (4)....
Splijthoutje (o.)
Het splijthoutje dient om tenen, bramen (Rubus) (1) e.d. in drie of vier te splijten. Het is een rond stukje hout, bv. palmhout (Buxus sempervirens), sleedoorn (Prunus spinosa), metaal, been (2) of ivoor (3) van ca. 5-10 cm (doorsnee 1-10 cm), waarin aan een uiteinde, drie of vier driehoekige inkepingen gesneden zijn zodat er drie of vier sneden ontstaan. Sommige splijthoutjes hebben drie inkepingen aan een uiteinde en vier aan het ander. De mandenmaker neemt de teen in zijn linkerhand en splijt er het uiteinde van over 5-10 cm met zijn krommes. Daarna duwt hij de sneden van het splijthoutje in de spleten zodat de teen over de hele lengte open gaat. Elk stuk heeft een driehoekige doorsnee. Wanneer platte banden bekomen moeten worden, wordt het splijthoutje niet gebruikt. De mandenmaker snijdt dan de twijg in en buigt ze op zijn knie om er een stuk van los te maken (bv. met hazelaar, Corylus avellanus) (4). De hoepelmaker splijt meestal op een stuk hout dat in zijn bank steekt (zie hoepelmakersdissel),...