Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,251 - 5,260 15,477 resultaten gevonden
Snoeimes (o.)
Het snoeimes dient tot het snoeien van heesters, jonge bomen en wijnstokken. Het is een mes met meestal gebogen snede, waarvan het 8 tot 15 cm lang blad vast of vouwbaar is. In het eerste geval is het blad op het hecht door middel van een angel bevestigd of steekt het in een spleet. In het tweede geval draait het rond een spil en wordt het mes door een veer opengehouden; modellen zonder enig middel om het blad tegen te houden komen zelden voor. Wanneer de snede recht is, staat ze dikwijls schuin tegenover het hecht (1). Het van hout, hertshoorn (2) of been (3) gemaakt hecht is vaak gebogen om een beter houvast te bieden (4); met het snoeimes wordt immers al trekkend gesneden, doorgaans met de punt naar boven (5). Het Turks snoeimes is getand als een zaag en wordt uitsluitend gebruikt om wijnstokken te snoeien (6). Het snoeimes is nu meestal vervangen door de snoeischaar, die sneller werkt maar minder gladde wonden nalaat. Het wordt door sommige mandenmakers gebruikt in plaats van het...
Snoeischaar (v.)
De snoeischaar dient om heesters en wijnstokken te snoeien, om bloemen te plukken enz. Thans vervangt ze meestal het snoeimes. Ze wordt door de mandenmaker vaak gebruikt in plaats van het krommes om de tenen door te knippen. Het handwerktuig bestaat uit twee hefbomen van de eerste soort, die rond een op ca. een derde van hun lengte geplaatste spil draaien. De armen van ca. 15 cm zijn recht of enigszins naar buiten gebogen. Om het werktuig toe te houden wanneer het niet gebruikt wordt, is een metalen haak of een lederen ring op het uiteinde van een arm bevestigd; op recente modellen zijn die soms vervangen door een pal naast de draaispil. Tijdens het werk springt de schaar open dank zij een veer. De twee gebogen bladen van ca. 5 cm liggen in hetzelfde vlak als de armen (vgl. doornhaagschaar). Een ervan is thans doorgaans dik en stomp; de tuinier moet er steeds voor zorgen dat het snijdend blad aan de zijde van de stam is om een gladde snede te bekomen. Op sommige recente modellen maakt...
Snoeibeitel (m.)
De snoeibeitel dient om hoogstammige bomen te snoeien. Hij bestaat uit een metalen trapezium of half-cirkelvormig blad met een dille in hetzelfde vlak, op een lange (1) schacht gestoken. De zijde tegenover de schacht is scherp. De snoeier staat aan de voet van de boom, plaatst het ijzer tegen de tak en slaat met een houten hamer op het uiteinde van de schacht. Soms steekt hij de tak af door een asgerichte beweging. Sommige modellen hebben een zijdelingse haak waarvan de binnenzijde scherp is. Daarmee kan al trekkend gesneden worden en kunnen de losse takken neergetrokken worden. Hetzelfde kan gedaan worden met het, weinig courant, S-vormig model. Soms beschikt de snoeier over een stel snoeibeitels of ten minste over een stel schachten zodat hij tot acht meter hoog kan werken (2). De snoeibeitel wordt nu ook steeds meer gebruikt om de vruchten van de cacaoboom te oogsten. [MOT] (1) Snoeien met een beitel op kort hecht (WITTEWALL: 38) schijnt zeldzaam te zijn. (2) Opgetekend bij J. Schuddings,...
Snijpasser (hout) (m.)
De snijpasser dient om schijven of ringen uit leer te snijden, bv. voor pompkleppen, dichtingen of aansluitingen van een naafbus. Ook een fineerblad kan zo bewerkt worden. Sommige kuipers boren er wel eens een spongat of een als greep dienend gat in een tobbe mee (1) omdat het werktuig het hout niet doet barsten. De snijpasser bestaat uit een verticaal metalen staafje van ca. 10-15 cm met een kruk van ca. 10 cm aan een uiteinde en een punt aan het ander. In een door het staafje geboord gat glijdt een tweede, aan een uiteinde haaks gebogen staafje van 15-20 cm, dat vastgezet kan worden door een wig of een schroef. Dat gebogen stuk snijdt aan één of beide zijde(n). Om gaten te maken in hout gebruikt men een snijpasser met schroef in plaats van een punt. De vakman vat de kruk, plaatst de punt in het midden van de schijf of in een vooraf geboord gat en doet het werktuig draaien. Daar het mesje verstelbaar is, kan het werktuig schijven van verschillende diameter uitsnijden (2). Zie ook sponzaag....
Snijroller (groente-) (m.)
Keukengerei met snijwieltjes waarmee men peterselie, munt, uien, enz. op een snijplank fijn kan snijden (zie ook snijmolentje). Eén model bestaat uit één of twee reeksen metalen snijwieltjes (ca. 3-4 cm doorsnede) en een recht handvat bovenaan.  Een ander model heeft een reeks grotere snijwieltjes (ca. 8 cm doorsnede) rond een as, die in een plastic kap bevestigd is. Met deze snijroller kan ook groente, vlees, vis, fruit, noten, e.d. fijn gesneden worden. Wanneer de as uitgetrokken wordt, kunnen de snijwieltjes uit de kap genomen worden om ze af te wassen. Bij sommige van deze laatste modellen kan de roller vervangen worden door een andere met breed getande snijwieltjes. Wanneer men daarmee over een lapje vlees rolt, worden zelfs de fijnste vezels doorgesneden (zie ook vleesvermalser (hand)). [MOT]
Snoeitang (v.)
De tuinier knipt soms dunne takjes met een snoeitang. De bovenste kaak is de snijdende kaak en heeft een scherp snijvlak. Ze rust op de bredere onderste kaak, die bekleed is met een zachtere koperlegering om het snijvlak niet te beschadigen. Deze tang is minder geschikt dan de echte snoeischaar met twee snijdende vlakken, aangezien men de takken gedeeltelijk verplettert in plaats van ze langs beide zijden af te snijden. Dit levert een brokkelige wonde op die moeilijker herstelt. Men kan de tang sluiten met een haakje, zodat men ze veilig op zak kan steken. [MOT]
Snijvorm (tegelbakker) (m.)
Hardhouten (bv. eiken) snijmal voorzien van ijzeren randen om slijtage tegen te gaan. Het houten gedeelte is aan de onderzijde licht uitgehold (een paar millimeter) tot op enige centimeters van de randen opdat de snijvorm steeds vlak op de te snijden kleiplaat komt te liggen die gevormd werd in de tegelvorm en na een eerste droging, voldoende gekrompen zal zijn om ze op het juiste formaat te snijden. Zie ook snijvorm voor ventilatiepan. [EMABB]
Snorrenborstel (m.)
Het borsteltje voor snorharen kan diverse vormen en formaten aannemen. Een klassiek model, dat vaak deel uitmaakte van verzorgingssets, is zo'n 5 tot 7 cm lang. Het ovalen borstellichaam is meestal van been of hoorn vervaardigd, in combinatie met zachte zijden haren. Dergelijke snorrenborstel gelijkt sterk op andere borstels voor lichaamsverzorging en opschik zoals die om vingernagels te reinigen. Hedendaagse borstels om snor en baard te doen glanzen, bestaan eerder uit hout en everzwijnhaar. [MOT]
Slijpsteen (m.)
Fijnkorrelige cilindervormige zand- of kunststeen (10-80 cm), op een as geplaatst, voor het slijpen van gereedschappen (1). Aan één uiteinde van de as is een draaikruk bevestigd zodat de steen met de hand in beweging gebracht kan worden. De steen draait in een bak (2) met water om het slijpsel af te voeren en zo de steen proper en scherp te houden. Het water zou er ook voor zorgen dat het stuk koel blijft. Het geheel wordt vaak op een onderstel bevestigd; andere kunnen opgeborgen worden in een houten koffer. De rondtrekkende scharenslijper gebruikte meestal een slijpsteen die op een stootkar, kruiwagen of fiets stond. Sommige slijpstenen worden ook wel met de voet, met behulp van een pedaal, aangedreven. In dat geval kan de slijper zelf de steen in beweging brengen, anders moet dit werk door een tweede persoon uitgevoerd worden. Sommige slijpstenen hebben ook een houten of ijzeren steun om het werktuig vast te zetten terwijl het geslepen wordt. Na het slijpen mag de steen niet in het...
Sluitingssleutel (m.)
De sluitingssleutel is een kleine metalen sleutel met een V-vormige sleuf. Hij wordt voornamelijk op boten gebruikt om vastzittende harpsluitingen aan kabelkettingen los te maken. Dat zijn metalen sluitingen tussen uiteinden van twee kettingen. Ze hebben de vorm van een hoefijzer met twee ogen, waar een sluitbout of pinnetje doorgaat en stevig vastzit. Om dit pinnetje los te maken, schuift men de harpsleutel over het uitstekende deel. De harpsleutel wordt onder meer gebruikt door watersporters en (zee)scouts. Hij is voorzien van een oog om hem vast te maken aan andere scheepswerktuigen. Hij kan onderdeel zijn van een zeemansknipmes en is vaak gecombineerd met een schroevendraaier en flesopener voor kroonkurk. [MOT]