Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 5,041 - 5,050 15,477 resultaten gevonden
Strijkijzer (massief) (o.)
Handwerktuig van massief metaal met een dik (ca. 3-10 cm) blad met een L- of U-vormig handvat erop. Het werd op de kachel, in het open vuur of op het gasvuur (1) gezet totdat het op temperatuur was en vervolgens streek men ermee over de gewassen kleren om de kreukels eruit te krijgen. Het handvat kan van metaal of hout en vast of afneembaar zijn. Een afneembaar handvat haalde men voor het opwarmen eraf en plaatste men terug wanneer het strijkijzer op temperatuur was; zo had men steeds een koel handvat in de hand. Sommige strijkijzers hadden voor datzelfde doeleinde een metalen geperforeerd handvat. Wanneer het ijzer in het open vuur opgewarmd werd, werd het uiteraard vuil. Voordat men ermee over het schone wasgoed streek, werd het afgeveegd. Het ijzer kon ook na het opwarmen in een strijkschoen geplaatst worden, d.i. een dun plaatje dat onder de zool van de strijkbout bevestigd kon worden d.m.v. twee verende beugels. Zo kwam de zool niet in aanraking met het wasgoed. Zie ook het strijkijzer...
Strijkijzer (met strijkbout) (o.)
Hol strijkijzer waarin een verwarmd element (bout of binnenijzer) kan gestoken worden, dat eerst in de kachel werd gedaan om warm te worden en daarna in het strijkijzer werd overgebracht om zijn warmte over te brengen op de bodem ervan. Achteraan is er een deurtje dat opendraait of -klapt. Daarnaast is er de zogenaamde 'guillotine-sluiting': meestal kan het afsluitklepje d.m.v. een lange pen midden boven omhooggetrokken worden. Er bestaat ook een model dat geen deurtje heeft maar waarvan de onderste helft van de opening achteraan afgesloten is en enkel de bovenste helft open is. Door die opening kon het binnenijzer naar binnen en viel dan vanzelf op de bodem. Wanneer het na het strijken afgekoeld was, hield men het strijkijzer ondersteboven en het binnenijzer gleed eruit. Nog andere modellen hebben een verwijderbaar of een scharnierend bovenblad. Zie ook het massief strijkijzer en het strijkijzer met kolen. [MOT]
Strijker (pannenbakker) (m.)
Cilindrisch stuk beukenhout waarmee door middel van een schuivende zigzag-beweging de pannenbakker het teveel aan klei van het pannenraam verwijdert. Daardoor wordt tegelijkertijd de klei gladgestreken. Daar de strijker fel onderhevig is aan slijtage moet hij regelmatig op de draaibank worden bijgewerkt. [EMABB]
Strobaalsnijder (m.)
Handwerktuig om de gespannen touwbanden waarmee de geperste stro- of hooibaal is gebonden, door te snijden door deze lichtjes aan te raken en het werktuig naar zich toe te trekken. De strobaalsnijder bestaat uit een driehoekvormig mes - vaak een tand van een maaibalk - dat in een houten hecht steekt. Voor hetzelfde doel worden andere, al dan niet vouwbare, messen - onder meer het snoeimes - gebruikt. Zie ook schovenmes. [MOT]
Strodekkersmes (o.)
Het strodekkersmes is een mes met groot blad (ca. 50 cm lang) met afgeronde snede dat lijkt op het vishakmes maar met een steviger blad. Het wordt door de dekker voornamelijk gebruikt om riet of stro op de gewenste maat bij te snijden, bijvoorbeeld om ze aan de rand van het dak mooi effen af te snijden. Hij kan er ook het bindtouw van de rietbossen of het bandstro van de schoven mee doorsnijden, zoals landbouwers dat doen met een schovenmes. [MOT]
Strijkglas (o.)
Glazen werktuig dat sterk op een kleine loper voor kleurstof of stamper gelijkt, waarmee linnen en o.m. borduurwerk glad gestreken wordt; het werkvlak is bolrond of heeft afgeronde hoeken. Net zoals het strijkhout warm je het strijkglas niet. [MOT]
Stukadoorspaleerijzer (o.)
Dit fijne gereedschap van de stukadoor is in vele maten en afmetingen te vinden. Het dient voor het zuiveren van verstekken, voor het bijpleisteren en afwerken van pleisterwerk op die plaatsen waar andere gereedschappen te groot voor zijn. Het paleerijzer is van staal met aan beide uiteinden van het hecht een spatelvormig blad in een lichte hoek ten opzichte van de as. De bladen zijn ongeveer 5 cm lang bij 1 tot 3 cm breed. De vorm varieert: rechthoekig of lansvormig. De archeoloog gebruikt dit handwerktuig om, tijdens een opgraving, delicaat werk te verrichten, bijvoorbeeld een skelet vrijmaken. Het paleerijzer van de stukadoor is gemakkelijk te verwarren met bepaalde modellen van het gietersstrijkijzer (1), evenals met het boetseerijzer waarvan het blad korter (ca. 1-5 cm) is. Het is ook te onderscheiden van het krabijzer van de steenhouwer, waarvan de uiteinden vaak getand zijn. [MOT] (1) Men kan voor beide handelingen hetzelfde handwerktuig gebruiken. Exemplaren van het merk Wagner...
Suikerbreektang (v.)
Vroeger verkocht men de suiker in grote kegelvormige blokken, suikerbroden genoemd. Men brak ze met een suikerbijltje of met een suikerhamertje. Voor kleinere stukken gebruikte men een suikerbreektang. Deze tang onderscheiden we van de suikertang die we gebruiken om een klontje uit de suikerpot te nemen. De kaken van de suikerbreektang eindigen in twee punten of twee ronde licht T-vormige bladen. Sommige modellen waren op een plank bevestigd (1). Men legde vaak een doek op de tang tijdens het werk om te voorkomen dat de stukjes suiker in het rond zouden springen. Er bestaan ook kleine breektangen die bij het koffie-en theeservies horen (zie suikertang met suikerbreektang). Men noemt ze soms suikerschaar. Een ander model (2) heeft de vorm van een tang bestaande uit twee hefbomen van de derde soort, die rond een spil draaien. De dunne kaken eindigen in oren zoals bij een schaar. De kaak heeft langs de binnenzijde een rechte snede. De buitenzijde heeft vaak een grillige vorm, louter ter...
Straatstamper (m.)
Om de straatstenen vast te stampen, gebruikt de stratenmaker een stamper. Zo'n werktuig kan van hout zijn. Het is dan een cilindrisch of licht kegelvormig stuk hout (hoogte ca 75-100 cm) onderaan beslagen op een paar centimeter van de rand. Een stok steekt door het blok en vormt handvatten; deze kunnen ook uit twee houten bogen bestaan (1). De straatstamper kan ook van metaal zijn met ongeveer dezelfde vorm als de houten (soms met een vierkantige doorsnee). Hij kan tenslotte ook uit een ijzeren blok bestaan waarin een rechte steel steekt. Men raadt een gewicht van 20-22 kg aan (2). Voor natuurstenen worden zowel de houten als de ijzeren straatstamper gebruikt, voor klinkers of tegels, de houten. Voor stampasfalt worden de ijzeren stampers verwarmd (3). Te onderscheiden van het plaveiblok, de grondstamper en de handhei. [MOT] (1) Bv. DURAND-CLAYE: 380. (2) GELDOF, J.: 189. Dezelfde auteur meldt ook "zware tweemanstampers" die evenwel "niet wel in het gebruik voldoen, omdat het moelijk...
Stookschop (v.)
Rechthoekige ijzeren schop (ca. 30 cm lang) met een dille waarin een houten D-steel steekt (ca. 70-80 cm). Ze wordt door de stoker gebruikt bij het vullen van de stookketel van een verwarmingsinstallatie of van een stoommachine, door de steenbakker, van de oven. Ze heeft opstaande randen opdat de kolen er niet zouden uitvallen bij het scheppen. Zie ook kolenschep en kolenschop. [MOT]