Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,971 - 4,980 15,477 resultaten gevonden
Sapsnijder, tang (m.)
Tangetje (ca. 10-15 cm) gebruikt om een ringvormige uitsnijding te maken in de schors en de bast van wijnranken of takken van fruitbomen (1). De bedoeling is een segment (ca. 3-5 mm breed) van schors en bast onder de druiftrossen of het fruit, hetzij op de wijngaardloten van het jaar zelf, hetzij op de ranken en de takken van het vorige jaar, te verwijderen. Door de bast te onderbreken, wordt de neergaande stroom met de voedende bestanddelen - die in de bladeren gevormd worden - tegengehouden en worden deze sappen opgenomen door de bloesem en de vruchten die dikker en vlugger rijp zullen zijn. De sapsnijder bestaat uit twee gebogen armen (2), die al dan niet met elkaar kruisen en waartussen een veer gespannen zit die de twee kaken bijeenhouden. Een bek bestaat meestal uit twee parallelle bladen met holle snede. De afstand tussen de bladen is gelijk aan de breedte van het segment dat wordt verwijderd (3). Door de bek rond de rank of tak horizontaal heen en weer te draaien snijdt men schors...
Ruitersknipmes (o.)
Het ruitersknipmes is een samengesteld handwerktuig waarbij een hoefkrabber en tenminste één lemmet van ongeveer 7 cm lang om bijvoorbeeld riemen en touwen door te snijden nooit ontbreken. De hoefkrabber mag men niet verwarren met de kleinere wildhaak van het jachtknipmes of de haak aan het vissersknipmes om een vislijn binnen te halen. Soms vindt men bij het ruitersknipmes nog een hoefmes voor paarden om overtollig hoorn van de hoef te verwijderen, en een scherpe metalen priem van ongeveer 3,5 cm lengte om gaten in het lederen tuig van het paard bij te maken. Een laatmes en een manenkam kunnen het ruitersknipmes nog vervolledigen (1). Al deze werktuigen worden veilig in het hecht gevouwen dat uit hoorn, been, hout of plastic is vervaardigd. Zie ook zakmes. [MOT] (1) Een pincet zoals op inv. nr. MOT V 2005.0013 lijkt vrij weinig courant.
Randwieltje (o.)
Het randwieltje heeft een gegroefd, metalen wieltje (ca. 1,5-2 cm doorsnede) dat bevestigd is aan een metalen, soms lichtjes gebogen schacht die voorzien is van een houten handvat. De totale lengte bedraagt ongeveer 14-18 cm en het wieltje is voorzien van 3 tot 7 groefjes per centimeter. De schoenmaker gebruikt het randwieltje om op de bovenrand van de schoenzool een handgenaaide naad te imiteren of om de steken op die rand vast te zetten; het wordt steeds verwarmd voor gebruik. Er bestaan ook randwieltjes met verwisselbare wieltjes. Veelal is het houten handvat hol en kan het los geschroefd worden zodat de wieltjes erin opgeborgen kunnen worden. Het wieltje zelf wordt op zijn plaats gehouden door een beweegbaar haakje, dat zich omheen de as sluit. [MOT]
Ruitenwisser (m.)
Handwerktuig waarmee men water van ruiten aftrekt. Het kan een houten werktuig zijn met een langwerpig blad (ca. 20-25 cm) dat haaks aan een korte steel (ca. 10 cm) bevestigd is. Aan de onderzijde van het blad is er een rubberen band. Moderne ruitenwissers zijn van plastic of koper.  Zie ook de vloerwisser. [MOT]
Ruitenlichter (m.)
Met een ruitenlichter kan de glazenmaker makkelijk een grote ruit even oplichten. Het heeft een steel (ca. 20 cm) met daaraan een rechthoekig, dik (ca. 2-3 cm) blad met één rechte en één schuine zijde. Men schuift het werktuig onder het glas met de schuine zijde naar beneden; eens onder het glas, duwt men de steel naar beneden en het glas komt naar omhoog. De ruitenlichter kan monoxiel zijn of van plastic met een houten steel. [MOT]
Sardineschaar (v.)
Voordat er sprake was van een sardinesleutel opende men een sardineblikje met een sardineschaar. Dat is een schaar met korte (ca. 5 cm), dikke gebogen bladen met een stompe punt. Onderaan één van de armen bevindt er zich een scherp driehoekig uitsteeksel waarmee een gat in het blikje gemaakt wordt. Vervolgens kan men het blikje langs de rand opensnijden. [MOT]
Sabel (metselaar) (m.)
De sabel van een metselaar is een langwerpig wigvormig ijzer met een scherpe zijde dat de metselaar gebruikt om bakstenen door te hakken door er met de baan van de kaphamer op te slaan. Vaak klemt de man daarvoor de steen tussen zijn knieën (1). De sabel gelijkt sterk op het hoefhakmes van de hoefsmid. [MOT] (1) WATTJES: 2.105.
Sikkel (v.)
Handwerktuig met een halvemaanvormig of licht gebogen blad (ca. 20-60 cm) waarvan de snede soms voorzien is van kleine - schuin naar het handvat toe - tandjes, en door middel van een angel bevestigd aan een kort hecht (ca. 10-15 cm). De sikkel, die zo'n 200-500 gr weegt, wordt gebruikt om (winter)graan, gras, bonen enz. te oogsten. Met één hand houdt men de stengels vast, met de andere - waarin men de sikkel houdt - snijdt men ze af. Over het algemeen wordt dus door wrijving gesneden. Het hakken gebeurt evenwel ook (1). Uitzonderlijk werd een getande sikkel gebruikt als haarmes, om de boter te haren, d.w.z. een kluit boter in alle richtingen doorsnijden om er de haren, strootjes e.d. uit te halen (2). De Japanse sikkel heeft een langwerpig, relatief kort (ca. 15-20 cm) blad dat haaks aan een ca. 30-40 cm lange steel bevestigd is. De snede is lichtjes holrond; de rug is bolrond en relatief breed (ca. 2-6 mm). Die sikkel weegt zo'n 150 gr en wordt gebruikt om gras te snijden en rijst te...
Sleutel voor DIAZED-smeltveiligheid (m.)
Bij sommige industriële smeltveiligheden, o.a. bij de DIAZED-schroefveiligheden (1), kan men de stroomsterkte wijzigen door de zogenaamde pasring of contactschroef te vervangen. Om de ring los of aan te schroeven, gebruikt men een sleutel voor DIAZED-smeltveiligheid. (2) De sleutel bestaat uit een gespleten houten handgreep met veer en omsluitende ring eindigend in twee ijzeren pinnetjes. Er bestaat ook een model waar het uiteinde vervangbaar is (3). Zie ook tang voor smeltveiligheid. [MOT] (1) DIAZED staat voor "DI"ametral "A"bgestufter "Z"weiteiliger "ED"ison. (2) In het Nederlands spreekt men soms van een sleutel voor pasring omdat men in het Duits spreekt van Passschraubenschlüssel. (3) ''Cimco 1950'': 52.
Sigarenschaartje (v.)
Het sigarenschaartje is een handwerktuig waarmee men het topje van een sigaar afknipt, voordat men ze opsteekt. Het kan een kleine schaar zijn (ca. 6-10 cm) met twee halvemaanvormige bladen of waarvan één blad een ronde uitsnijding heeft en het andere een holronde snede. Een ander model heeft een blad met een ronde uitsnijding - waar het topje van de sigaar in past - en een recht snijblad dat door middel van het hefboomprincipe langs de uitsnijding bewogen kan worden. Ook is er de mogelijkheid om een V-vormige uitsnijding aan het monduiteinde van de sigaar aan te brengen. Soms is dat laatste sigarenschaartje gecombineerd met een sigarenkistopener of is het een onderdeel van een zakmes. [MOT]