Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,261 - 4,270 15,436 resultaten gevonden
Kelnersmes (o.)
Samengesteld werktuig waar de professionele wijnkelner bij zweert om flessen te ontkurken. Het bestaat uit een kurkentrekker en een mesje die uitgeklapt kunnen worden. Soms is er ook een flesopener voor kroonkurk aanwezig die tevens als steunpunt voor de hefboom (tweede soort) dient. Hij rust dan op de hals van de fles als de kurk getrokken wordt. Met het mesje kan het halslood doorgesneden worden. Een merkwaardig model bevat een uitklapbare hefboom dat werkt volgens het hefboomprincipe van de eerste soort (1).  Een nieuwer model werkt met een heugel. De spiraal wordt in de kurk gedraaid en met een op-en neerwaarste beweging van hecht, waardoor een borgbeugel over een getande stang loopt, worden spiraal en kurk uit de fles gehaald. Nadien kan men door de borgbeugel op te lichten het systeem terug in zijn gesloten vorm brengen. Er is ook een uitschuifbaar mesje aanwezig om het halslood door te snijden. Zie ook zakmes. [MOT] (1) WATNEY & BABBIDGE: 71, fig. 62.
Kasspuit (v.)
Grote, meestal koperen, spuit (lengte 60-65 cm; diameter ca. 5 cm), al dan niet met verwisselbare spuitdoppen zodat fijne tot dikke druppels of een straal bekomen kan worden. De spuit wordt bij het trekken aan de zuiger gevuld door dezelfde gaatjes waardoor gespoten wordt; om de operatie te versnellen, wordt vaak een tweede, grote, opening op het uiteinde voorzien, die door een kogeltje afgesloten wordt. De kasspuit dient om een bestrijdingsmiddel tegen parasieten, schimmels of onkruiden toe te dienen, om pluimvee te ontsmetten, om bijen te verdoven, om het stof van planten te verwijderen, om dieren of vensters te wassen, om muren en serreglas te witten enz. Sommige fabrikanten leveren zelfs een speciale spuitdop om het werktuig als lavementspuit te kunnen gebruiken of om "tot 10 m hoog" te kunnen begieten (1). Zie ook nevelspuit (hand). [MOT] (1) Merk A.D., Avicole.
Kastanjevliestang (v.)
Nadat bolster en schil van de kastanje verwijderd zijn, moet het vlies van de vrucht worden losgemaakt. Dit kan men doen door de vruchten in een ketel met kokend water te gieten en er met de kastanjevliestang knippende en draaiende bewegingen in te maken. Door de wrijving en de warmte komt het vlies los. De kastanjevliestang bestaat uit twee ca. 35-60 cm lange houten staven die ongeveer in het midden met elkaar verbonden zijn door een (koperen) schroef. De staven zijn ter hoogte van het werkend deel vierkant in doorsnede en voor een beter grip op de kastanjes voorzien van driehoekige inkepingen op de vier randen. Het deel van de staven dat als handvat fungeert is vierkant of rond in doorsnede. [MOT]
Kantijzer (schoenmaker) (o.)
Met een kantijzer 'zet' de schoenmaker de rand van de schoenzool, d.i. met behulp van was polijsten. Na het kantijzer opgewarmd te hebben, gaat hij er - lichtjes drukkend - mee langs de rand van de zool. Daarmee is de zool ook verzegeld en dus waterdicht. Het kantijzer (ca. 15-18 cm) bestaat uit een metalen rechthoekig (ca. 2-3 cm bij 1-2 cm; ca. 1 cm dik) hoofd dat bevestigd is in een houten hecht. De baan van het hoofd kan verscheidene vormen aannemen, naargelang de vorm van de zoolrand. [MOT]
Kanthout (o.)
Het kanthout is een langwerpig (ca. 20 cm bij 3-4 cm) stuk hout (1), met twee gleufjes (2) aan beide gebogen uiteinden waardoor het middenstuk ietwat uitsteekt. Het wordt onder meer door de schoenmaker gebruikt om een siernaad aan te brengen. Het middenstuk wordt als geleider gebruikt en langs de kant van het leder bewogen. Het kanthout wordt niet opgewarmd zoals de griefpasser die voor hetzelfde doel kan worden gebruikt. [MOT] (1) Beuken- of palmhout (FRUMAU: 69) (2) De gleufjes hebben een verschillende breedte om zo verschillende kantlijnen te kunnen maken met één werktuig.
Kappersschaar (v.)
Licht schaartje (ca. 50 gr), volledig van metaal - eventueel met plastic omhulde armen - met driehoekige smalle (ca. 1 cm) bladen, waarmee de kapper haren knipt. De haren worden per strookje tussen wijs- en middenvinger genomen en op de gewenste lengte afgeknipt. Ook de kleermaker gebruikt zulk een schaar voor het knippen van delicate stoffen zoals bv. lingerie. Zie ook effileerschaar. [MOT]
Kerfmes (o.)
Mesje dat de houtsnijder gebruikt bij het kerfsnijden en dat te onderscheiden is van het rozenmesje. Het heeft een klein, lichtjes haakvormig blad met een rechte snede die zich in het vlak van het werktuig bevindt. Het blad is breder (ca. 1,5 cm) dan dat van het rozenmesje en de snede is doorgaans korter (ca. 3 cm). Zie ook steekmes (houtsnijder). [MOT]
Kauwtang (v.)
Voor wie moeilijk kan kauwen, heeft men een tang uitgedacht die het vlees in kleine stukjes verdeelt.  De kaken van die kauwtang bestaan uit drie stangen, die tussen elkaar passen. Twee of drie tandjes voorkomen het wegglijden van het gekauwd stuk. Een veer zorgt voor de automatische opening van het handwerktuig. De draaispil kan men verwijderen om de tang te reinigen. [MOT]
Klinksleutel (m.)
De klinksleutel is een drie- of vierkantige, smaller wordende inbussleutel, soms gecombineerd met een of meer dopsleutel(s), ook wel met een schroevendraaier, waarmee sloten van kasten e.d. in rijtuigen of schepen geopend of vastgedraaid kunnen worden. Bouwvakarbeiders zoals de slotenmaker, schrijnwerker, isolatiewerker en schilder gebruiken soms een klinksleutel wanneer er geen deurkruk in het slot steekt, bv. op een bouwwerf. Er bestaan vouwbare modellen. De klinksleutel komt ook voor als onderdeel van een werfknipmes. [MOT]
Kloofijzer (o.)
Het kloofijzer (1) dient om latten en duigen te kloven. Het bestaat uit een rechte steel van ca. 50 cm en een plat of holrond rechthoekig ijzer (ca. 20-40 cm) waarvan een kleine zijde in een oog eindigt en een lange scherp is. De steel ligt in hetzelfde vlak als het ijzer en staat loodrecht op de snede. Wanneer de stam in stukken gezaagd is, klooft de vakman met een kloofwig of met een stokwig, een stuk in vier of acht. Naargelang de dikte van de in doorsnede driehoekige bekomen stukken en van de soort latten, worden die stukken eerst met een recht kloofijzer of met een holrond kloofijzer in twee of vier verdeeld. Daarvoor worden ze in een houten raam geklemd (2). Het blad wordt op de doorsnede geplaatst en met een houten kloofklopper geslagen. De steel wordt dan naar beneden getrokken zodat de spleet breder wordt en het werktuig erin kan worden geduwd. Daarna worden die stukken verder gekloofd met een recht kloofijzer dat doorgaans minder dik en scherper is dan het eerste. Het wordt...