Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,181 - 4,190 15,436 resultaten gevonden
Houtsnijdersguts (v.)
De houtsnijder gebruikt verscheidene steek- en hakgutsen die allemaal een verschillende vorm hebben. Vorm en maat van het blad bepalen uiteraard de indruk die in het hout wordt aangebracht. Naast hol kan de bladdoorsnede ook V-vormig zijn. Steekgutsen worden met de hand geduwd. Zij hebben één vouw, die zich aan de binnen- of buitenzijde kan bevinden en hebben in principe geen borst. Zij kunnen een recht hecht of een geknikte stang als hecht hebben. Hakgutsen (zie schrijnwerkersguts) hebben één vouw en een borst. Zij zijn bestemd voor het zwaardere werk en worden met een hamer geslagen (zie steenhouwersklopper (houten)). [MOT]
Kampeermes (o.)
Het kampeermes is een handig knipmes bij het kamperen of op reis. Het bevat een lemmet, een eetlepel en meestal een eetvork. Soms nog een blikopener, kurkentrekker e.d. (1). Ofwel is het één geheel waarbij de uitklapbare eetlepel en het lemmet aan het hecht vast zijn. Ofwel hebben lemmet, eetlepel en -vork afzonderlijke hechten die van elkaar kunnen losgekoppeld worden (2). Te onderscheiden van het reisbestek, dat geen knipmes is. Zie ook zakmes. [MOT] (1) Zie een exemplaar met tal van accessoires in LEVINE: 27. (2) Bv. ARMINJON & BLONDEL:247.
Kantijzer (sjouwer) (o.)
De sjouwer gebruikt een kantijzer om zware I-profielen over ingevette laadladders (1) tot onderin het ruim te kantelen of te stuwen. Het bestaat uit een lange stang (ca. 60 cm) met een breed (ca. 8 cm) en dik (ca. 3 cm) U-vormig werkend deel. Het andere uiteinde is plat uitgesmeed (vgl. koevoet). [MOT] (1) "Stukken rail met een lengte van twee tot vier meter, langs één kant voorzien van een ring. Aan de andere kant was een plaatje bevestigd om te beletten dat de rail zou omkantelen." (EECKELAERT: 418).
Kettinghaak (m.)
De kettinghaak is een ca. 80 cm lange ijzeren haak met T- of ringhandvat, waarmee op de schepen of in de haven de zware (anker)kettingen versjouwd worden, bijvoorbeeld bij controle. Wanneer bij het te water laten van een boot, het vaartuig door middel van een ketting tegengehouden wordt, haalt de arbeider aan de kaapstander die ketting in met behulp van twee kortere kettinghaken (1). [MOT] (1) FROST: 140.
Keihak (v.)
Zware hak met licht gebogen blad en botte snede (lengte: 25-35 cm; breedte: 5-6 cm), waarmee de steenbakker de septaria (keien) uit de kleilaag verwijdert. Ook een houweel wordt daarvoor gebruikt. [EMABB]
Kartelschaar (v.)
De kartelschaar is een schaar met dikke (ca. 4-7 mm), botte bladen waarvan de snede driehoekig gekarteld is. Wanneer men daarmee in een stuk stof knipt, verschijnt er een zigzag inkeping die het rafelen doet voorkomen. [MOT]
Keukensnijmachine (v.)
Met een keukensnijmachine kan men brood, vleeswaren, groenten e.d. snijden. Hij heeft een al dan niet getand snijwiel (ca. 20 cm doorsnede) dat door middel van een zwengel in beweging gebracht wordt. Het geheel rust op een houten of plastic plaat met een schroefklem of zuignappen. De dikte van de plakken is instelbaar met een geleider die door middel van een draaiknop of schroef dichter of verder van het snijwiel kan gezet worden. Men beweegt het te snijden voedsel over de plaat langsheen het snijwiel, terwijl men aan de zwengel draait. Opdat het voedsel makkelijker zou glijden, kan er een rollertje in de plaat verwerkt zijn. Andere modellen hebben een slede die over het voetstuk heen en weer kan bewegen. Schroefklem en het gedeelte van de plaat waarover het voedsel glijdt, kunnen vaak omhoog geklapt worden zodat de snijmachine makkelijker opgeborgen kan worden. Zie ook broodsnijder. [MOT]
Kettinghaal (v.)
Voorwerp bestaande uit een ketting met een dubbele, d.i. een S-vormige, haak aan één uiteinde en eventueel een kleinere, enkele (1), aan het andere uiteinde, om een pot of ketel boven het vuur in de schouw te hangen; wanneer er enkel een S-vormige haak was, werd de kettinghaal aan een aparte haak in de schouw gehangen. De bovenste krul van de S-vormige ketelhaak is kleiner, smaller en puntiger dan de onderste (ca. 4-5 cm breed), die ook een opkrullend lipje heeft. De ketting telt 16 tot 35 schakels (2), die allemaal rond zijn behalve de onderste, die ovaal is omdat de haak van de ketel erin moet kunnen scharnieren. Het bovendeel van de S-vormige benedenhaak wordt in een schakel van de ketting gehangen opdat de ketel op de gewenste hoogte boven het vuur komt te hangen. [MOT] (1) WEYNS: 106 spreekt ook van een bovenste, dubbele haak. (2) WEYNS: 106.
Kistenbijltje (o.)
Sommige omvangrijke of breekbare goederen worden in houten kisten vervoerd. Om ze te openen wordt soms een nageltrekker maar meestal een koevoet gebruikt. Deze laatste is soms gecombineerd met een bijltje en een hamer; het wordt dan een kistenbijltje. Er bestaan verschillende modellen van dat samengesteld werktuig. Over het algemeen is het geheel van ijzer gemaakt. Het weegt 0,4-0,8 kg. Boven het bijltje en de hamer loopt de steel door; hij vormt daar een koevoet. Soms is er ook een druppelvormig gat in de steel geboord of een inkeping in het blad van het bijltje aangebracht, om lange nagels uit te trekken. [MOT]
Kiezentrekker (voor paal) (m.)
Vissers gebruiken een kiezentrekker om de houten palen waar hun netten aan bevestigd worden, uit te trekken. Ook de landbouwer gebruikt dergelijk werktuig om houten of metalen palen van afrastering uit de grond te trekken. De kiezentrekker bestaat uit een smeedijzeren 8-vormig werktuig waarvan één bocht afgeplat kan zijn. De andere bocht is soms voorzien van enkele piramidevormige tanden (1). Het werktuig wordt over de paal geschoven en aan een hefboom (of een takel) vastgemaakt. Zie ook paaluittrektang. [MOT] (1) Bijv. LUNDBAEK: 90.