Opzoeken

Algemeen zoeken

Doorzoek de hele website door een trefwoord in te voeren of kies hierboven een databank om specifiek te zoeken

Zoeken


Zoekresultaten 4,141 - 4,150 15,388 resultaten gevonden
Isolatiemes (o.)
Een isolatiemes wordt gehanteerd door bouwvakarbeiders die isolatie plaatsen, om deze in de geschikte vorm en afmetingen te snijden. Afhankelijk van de beoogde isolatie bestaan er diverse modellen en hanteert men het als een zaag of als een mes. Bij modellen met twee snijkanten is de vertanding of karteling van het lemmet aan weerszijden meestal verschillend maar het is zelden scherp. Het lemmet steekt in een recht houten of kunststof hecht, uitzonderlijk met pistoolkolf. Een model gelijkt sterk op een slagersmes. Het isolatiemes is zeer geschikt voor het versnijden van zachte isolatie zoals glaswol of steenwol. Sommige zijn ook geschikt om overtollig polyurethaan af te snijden of om harde isolatieplaten te versnijden. Voor deze laatste bestaan er ook isolatiezagen, die gelijken op een handzaag of handzaag voor cellenbeton. [MOT]
Kaasharp (v.)
Nadat de wrongel gesneden is met een wrongelmes, gaat men over tot het roeren. Dat gebeurt met een kaasharp, d.i. een vorkvormig houten werktuig met lange (ca. 25 cm), platte, afgeronde tanden die met elkaar verbonden zijn d.m.v. koperen spijlen of koperdraad. De bedoeling van het roeren is het gelijkmatig droger worden van de verschillende wrongeldeeltjes te bevorderen, opdat alle stukjes zoveel mogelijk van dezelfde grootte en vastheid zijn. Om de wrongel binnen niet al te lange tijd af te kunnen roeren of rijp te krijgen, mogen de spijlen of de koperdraad van de kaasharp niet te ver van elkaar geplaatst zijn (ca. 2 cm). [MOT]
Hulsschaar (v.)
Hulzen voor hagelpatronen worden herbruikt. Na 2 à 3 keer is het uiteinde ervan uitgerafeld. Ze wordt dan afgesneden met de hulsschaar (1). Een metalen schijfje (diam. ca. 1,5 cm; dikte ca. 0,3 cm) met kleine aanslag bovenaan vormt de ene kaak. Deze wordt in de huls gestoken. Met de andere kaak met gebogen snede wordt de kartonnen of plastic huls doorgeknipt. Manufrance (1973): 88 toont een model dat gelijkt op een peilglassnijder.Zie ook de lonttang. [MOT] (1) Eigen benaming.
IJsvergruizer (m.)
De ijsvergruizer versplintert ijsblokjes in kleine stukjes. Als hij wordt dichtgeknepen, verbrijzelen negen tandjes in de bovenste kaak het ijs in het onderste, schepvormige bakje. De twee delen kunnen bij het scharnier worden losgehaakt, zodat men het ijs uit het onderste deel kan serveren. [MOT]
Kaasboor (v.)
De kaasboor is een handwerktuig waarmee de kaasmaker een staaltje uit een bol kaas kan boren. Het bestaat uit een langwerpig, halfcilindervormig blad dat aan het uiteinde vaak smaller is en dat in een recht hecht bevestigd is of een ring als handvat heeft. Zie de graanboor, die ook dient om een monster te steken. Beide zijn te onderscheiden van de appelboor. [MOT]
Klauw met lange steel/klauw met korte steel (v.)
In tegenstelling tot de handcultivator, die doorlopend getrokken wordt, wordt de klauw met rukjes getrokken en de grond oppervlakkig los gemaakt. Ze is smaller (ca. 5-10 cm) en daardoor vooral geschikt voor de nauwe ruimtes in de rijen en groenten in de moestuin en voor dichtbegroeide bloemperken. De klauw is voorzien van 3 à 5 ronde en puntige tanden, waarvan de middelste voor de andere uitsteekt, en een houten of plastic steel (ca. 20-140 cm) met dille. Is de steel lang, dan staat de tuinman rechtop; is de steel kort (1), dan wordt gebukt of gehurkt gewerkt. Een ander model heeft dikke (ca. 0,5 cm) platte tanden - liggend op één rij - en is door middel van een angel met de steel verbonden. Het is te onderscheiden van een model, volledig uit metaal, dat in de ijzerwinkel wordt gebruikt om spijkers uit een hoop te trekken (2). Er bestaat ook een model met 2 platte, brede (ca. 1 cm) tanden met een lange (ca. 35 cm) angel die in een houten steel (ca. 15 cm) steekt. Zie ook klauwkrabber/klauwkrabbertje,...
Koevoet (m.)
Metalen ronde of platte staaf van ca. 25-105 cm, met een licht gebogen gespleten uiteinde, de klauw, om nagels uit te trekken. De inwendige randen van de spleet zijn meestal afgeschuind om de nagel gemakkelijker te vatten. Het onderuiteinde van sommige grote modellen is C-vormig gebogen om langere nagels te kunnen uittrekken. Het ander uiteinde van de koevoet is vaak plat gesmeed om bijvoorbeeld kisten open te breken. De Japanse koevoet (Japans: kajiya) verschilt in vorm van het westers model. Hij heeft twee haakse klauwen. Aan de gebogen kant is er een plat slagvlak waarop men met de hamer kan slaan. Om nagels uit te trekken gebruiken de stoffeerder en de schoenmaker een kleine koevoet, namelijk de spijkerlichter met houten hecht. De bontwerker gebruikt de afspijkerkam. De koevoet is te onderscheiden van de handspaak en van het breekijzer. Zie ook kistenbijltje. [MOT]
Koffiemolen (m.)
Met een koffiemolen kan men gebrande koffiebonen fijn malen. Hij heeft gegroefde, gietijzeren maalschijven, die met behulp van een draaizwengel in beweging gebracht worden. Van de meeste koffiemolens kan men met een stelschroef het maalwerk van grof naar fijn instellen. De koffiemolen kan een vierkantig houten huis hebben met bovenaan een draaizwengel en onderaan een laatje waar de gemalen koffie in terecht komt (ca. 10-15 cm breed; ca. 20-26 cm hoog). Het huis kan ook cilindrisch (ca. 8-10 cm doorsnede; ca. 10-20 cm hoog) en van metaal zijn. Een ander model is van gietijzer (ca. 12-27 cm breed; ca. 30-45 cm hoog) en wordt aan de rand van de tafel of aanrecht vastgeschroefd. Bovenaan is er een trechter waar de koffiebonen ingedaan worden; onder het maalwerk is er een vergaarbakje of een tuit. In het laatste geval moet er een apart bakje onder geplaatst worden. De zwengel bevindt zich langszij. Er bestaat ook een wandmodel. De schilder gebruikt een gelijkaardig werktuig om pigmenten te...
Koetsenmakersgrondschaaf (m.)
De koetsenmaker gebruikt een speciale grondschaaf voor het schaven van rechte, holle of bolle randen aan bv. deuren en het maken van zijdelings gebogen houten lijsten. De koetsenmakersgrondschaaf bestaat uit een rechthoekig houten blok (20-25 / 5 / 3-4 cm) waarvan de uiteinden meestal zijn afgerond. De bijna verticale beitel (ca. 4 cm) en wig staan in de lengte gericht ten opzicht van het blok. De zool is vlak (voor het maken van een rechte of bolle rand) of bol (voor het maken van een holle rand) en is rond het gat verstevigd met een ijzeren, soms ook uit been of messing, plaatje. Dat als bescherming tegen slijtage en tegen het splijten van het blok indien men te hard op de wig drukt (1). Bovenaan is het gat voorzien van een steun of metalen plaatje. Het model voor het maken van gebogen houten lijsten is kleiner (ca. 15-20 cm bij 3,5 cm) en heeft twee symmetrische schaafbeitels die elk in een gat steken, gescheiden door een ijzeren tussenschot. Het plaatje dat op de zool is geschroefd,...
Kloversstok, snijdersstok (m.)
Zowel de diamantklover als de diamantsnijder hanteren houten stokken om de diamant aan te bewerken. Het model van de diamantklover, ook kloofstok genoemd, is van palmhout en meet 20 à 25 cm. Aan de kop wordt cement bevestigd, waaraan de diamant kan kleven. De klover zet het rechtop vast in een passend stuk lood voor zijn dwars geplaatste kloversbak (zie onderaan, korte zijde aan de twee pinnen) en plaatst er het kloversmes op. Met een korte slag van de klovershamer splijt men de diamant. Deze nieuwe werktuigfiche wordt nog aangevuld.