werktuig
Wetsteen (m.)
Langwerpige steen (ca. 20-30 cm bij 2-4 cm) om werktuigen te slijpen,
hoofdzakeliijk de zeis, de zicht, de sikkel en allerhande messen. Het
gereedschap voor houtbewerking wordt doorgaans op de slijpsteen en de
oliesteen geslepen maar de houthakkers, de timmerlieden, de dekkers enz.
hebben vaak een wetsteen in hun gereedschapszak om, zo nodig, hun bijl te
slijpen. De werktuigen die zeer scherp moeten zijn, worden niet met een
wetsteen maar met een stuk zacht hout (zie wethout) of leder (zie wetleer)
geslepen. Zowel natuur- als kunststeen worden gebruikt en de vorm kan sterk
variëren: de doorsnede kan rechthoekig zijn, rechthoekig met afgeronde
hoeken, ovaal of rond; in de lengte kan het werktuig rechthoekig zijn of in
twee punten eindigen. Door het veelvuldig gebruik hebben sommige stenen
grillige vormen. Een gebroken steen wordt vaak in houten handvat gestoken
om hem langer te maken. De maaier draagt zijn wetsteen in een slijpbus van
hout, hoorn, plaatijzer of leder, die hij aan zijn...