"Als de vaste grond zich dieper dan 60 cm bevindt, kan je de funderingssleuf tot op de vorstgrens (dus tot op 60 cm onder het maaiveld) vullen met (gewoon) zand. Dit gebeurt in lagen van ca. 15 cm, die elk steeds met een zware stamper stevig worden aangestampt, zodat het zand als het ware verdicht wordt." (uit AALDERS: 126).
"De zandplaat kan vervolgens worden ingewaterd door er met de tuinslang op te sproeien. Door het inwateren klinkt het zand in en wordt een steviger ondergrond verkregen." (uit Bricofiche).
Deze diepte geldt, in onze streek, als vorstgrens. Daaronder is de grond vorstvrij. Plaats je de funderingvoet hoger, dan kunnen er - door het ontdooien van de bevroren grond - verzakkingen in de fundering optreden.
"Om zandaanvullingen of stampbeton aan te stampen kan je gebruik maken van een stamper. Die is gemaakt uit een stuk balk (7 x 14 cm) van ca. 95 cm lengte, die aan de voet met twee klossen is opgedikt. De handgreep is van een latje van ca. 40 cm lengte gemaakt. De beide handvatten zijn iets afgerond, om blaarvorming aan de handpalmen te voorkomen.
Het stampen gebeurt het effectiefst als je het werktuig opheft en met volle kracht laat neerkomen, waarbij je de kracht uit je armen toevoegt aan de neergaande beweging." (uit AALDERS: 124)