Na afloop van de dringende instandhoudingswerken eind 2025 wil het MOT het Prinsenkasteel openstellen om historische bouwtechnieken in de kijker te zetten. We gaan de kasteelruïne en het voorplein omtoveren tot een bouwwerf uit de periode 1500-1700.
Om demonstraties en workshops mogelijk te maken is er op het kasteeleiland een overdekte ruimte of bouwloods nodig waaronder gewerkt kan worden. Op laatmiddeleeuwse afbeeldingen uit Vlaanderen zie je dergelijke bouwloodsen afgebeeld. Het zijn tijdelijke constructies getimmerd in hout en vaak afgewerkt met een dak in stro. De wanden zijn, op één wand na, meestal open, wat voldoende ruimte en licht biedt aan de steenhouwers en timmerlui.
Het MOT gaat in september 2024 zo'n tijdelijke bouwloods optrekken tijdens de Stage vakwerk, een meerdaagse stage waar deelnemers leren een houten constructie te bouwen louter en alleen met handwerktuigen en natuurlijke materialen. De bouwloods wordt aan het Guldendal gebouwd en tijdelijk opgericht, om na de werken in 2026 op het kasteeleiland zijn definitieve plaats te krijgen. Zo bereiden we de middeleeuwse bouwwerf al voor in afwachting van de oplevering van de dringende instandhoudingswerken. De provincie Vlaams-Brabant levert financiële steun.
Op alle grotere middeleeuwse en latere werven werden loodsen opgetrokken om onder te werken. Vooral de steenkappers hadden een plaats nodig waaronder ze beschut konden werken maar ook de timmerlieden hadden vaak hun eigen loods. Op heel wat afbeeldingen van de bouw van kathedralen, torens en kastelen zie je zo’n bouwloodsen.
Miniatuur uit L'Histoire de Charles Martel, 1448-1465
Soms werkte men onder tenten of eenvoudige afdaken die tegen het bouwwerk zelf aangebouwd waren maar op werven die lang duurden bouwde men degelijkere constructies. De meeste waren in hout en voorzien van een strodak maar soms werd er zelfs een bakstenen gebouw opgetrokken.
Op afbeeldingen zien we dat er vaak één of meerdere wanden van de loodsen open zijn. Dat heeft als voordeel dat er veel licht binnen valt en het stof wegwaait. Uit historische rekeningen weten we echter dat er ook loodsen waren die van wanden, deuren en zelfs ramen voorzien waren. Wellicht lieten kunstenaars soms ook wanden weg om aan de toeschouwer te laten zien wat er binnen gebeurde. Misschien maakte men de open loodsen in de winter tijdelijk toe.
De bouwloods, loge of logie diende in de eerste plaats om bouwlieden te beschermen tegen zon en neerslag maar diende ook als opslagplaats voor gereedschap en materiaal. De bouwvakkers verbleven er niet maar in de zomer mochten ze er wel een middagdutje doen.
De bouwloods was ook het centrum van de werf, de bouwmeester was er meestal aanwezig om het werk te controleren en opdrachten te geven.
De bouwloods van het Prinsenkasteel is geen exacte kopie van een bestaand bouwwerk. Er bestaan immers geen plannen van oude bouwloodsen of bewaarde exemplaren. De bouwloods is wel geïnspireerd op oude afbeeldingen en de afmetingen zijn aangepast aan de beschikbare ruimte op het eiland van het Prinsenkasteel. Het dak is een mank zadeldak waarbij het dak dat naar de vijver en dus ook naar het westen gericht is lager komt dan het andere dakvlak. Zo is er aan de achterkant een beter beschutting en aan de voorkant een hogere opening om onder door te wandelen.
De houten structuur zal gemaakt worden uit tamme kastanje uit het Heverleebos bij Leuven. Het dak zal met stro of riet gedekt worden.