Een chirurg klemt een ader of ander vat tijdelijk dicht met een vaatklem om te voorkomen dat bloed of een andere vloeistof verloren zou gaan. Naargelang het doel is de bek recht of gebogen, kort of lang en al dan niet met een overlangse spleet om de druk te verminderen. De beugel laat toe het werktuig in om het even welke stand te blokkeren en ogenblikkelijk terug te openen. De draaispil kan makkelijk losgedraaid worden om de tang te reinigen. De vaatklem wordt ook gebruikt om verbanden te verwisselen. [MOT]