De dubbele steekbijl heeft dezelfde bestemming als de steekbijl.
Ze bestaat uit een platte, rechte metalen staaf (120-130/3-4 cm) waarvan een uiteinde de vorm van een beitel heeft zoals een steekbijl met een dille, de andere de vorm van een schietbeitel (1). De vlakken van de vouwen liggen loodrecht op elkaar. In het midden van de staaf is in hetzelfde vlak een dille gesmeed van 10-45 cm waarin doorgaans geen hecht gestoken wordt. Uitzonderlijk vervangt een angel met hecht de dille.
De timmerman houdt de dille in zijn rechterhand, de staaf die soms op zijn schouder glijdt, in zijn linker, boven of onder de dille. Door een asgerichte beweging stoot hij op de te bewerken balk.
Zie ook dwarsaks. [MOT]
(1) BISTON-BOUTEREAU-HANUS: 242 en OSLETb: 30 spreken van een dubbele steekbijl met guts. Dergelijk werktuig schijnt uitzonderlijk te zijn.