identificatiecode
beroep
beroep
holotype
Handwerktuig dat de hoefsmid gebruikt om bij trekpaarden de staart tot na het staartbeen af te knippen (1).
Het is tangvormig met relatief lange (ca. 30-40 cm) armen, met of zonder houten handvatten. De éne kaak is U-vormig uitgesneden en is hol opdat het snijblad op de andere kaak erin past; uitzonderlijk is ze van hout (2). De staart wordt net na het heiligbeen afgeknipt, zodat hij niet meer terug kan groeien. De wonde wordt met een staartbrandijzer uitgebrand. [MOT]
(1) N.L.I.: s.v. brûle-queue, vermeldt dat de staart van het paard werd afgesneden nadat het een beroerte had gekregen.
(2) STOQUART: 23.