Kwast om scheerzeep aan te brengen alvorens zich te scheren met een scheermes of een veiligheidsscheermes.
Een scheerkwast bestaat uit een bundel nekhaar van de das (1), varkenshaar (vroeger ook paardenhaar), zijde of nylon vastgelijmd in een handvat gemaakt uit hoorn of been, hout, metaal, bakeliet of plastic. De kop van het werkend deel is kegelvormig of bolvormig.
De scheerkwast wordt eerst met heet water natgemaakt en met draaiende bewegingen over het potje met vaste scheerzeep gewreven. Bij gebruik van een scheerstick wordt deze over de te scheren baard gewreven en met de natte scheerkwast tot een licht schuimend laagje gebracht. Scheerschuim of -gel worden op de natte scheerkwast gespoten. De kwast wordt zo vastgenomen dat je de basis van de haren met de vingers grijpt. Het scheerschuim wordt op de baardharen aangebracht met heen en weergaande bewegingen of met pompende en draaiende bewegingen (2).
Zie ook nekschuiertje. [MOT]
(1) De zachte dassenharen hebben een groot absorberend vermogen. (DE BROUWER & VAN LIEROP: 83)
(2) DE BROUWER & VAN LIEROP: 96-97.