Om vlees of schotels te bedruipen met saus gebruikt men een sauslepel.
Dat is een lepel met een komvormig (ca. 5 cm doorsnede), metalen blad met aan één zijde een uitschenktuitje en een lange (ca. 25-30 cm), eventueel houten steel. De steel ligt in hetzelfde vlak als de schep - in tegenstelling tot de pollepel - wat het scheppen in ondiepe braadpannen vergemakkelijkt. [MOT]