Plakhamer (m.)

identificatiecode
ID 106
morfologie
morfologie
beroep
beroep
holotype
MOT V 84.0189 L=22,7cm B=8cm H=10,8cm G=510gr. Opschrift: 8° W.H.B.
holotype
MOT V Dv 0781 L=32cm B=9cm H=14cm G=280gr
holotype
MOT V 2016.0093 L=20cm B 6,5cm G=98gr
alias
belijmhamer (syn.) (RAUWERDA 1948: 1.13)
alias
fineerhamer (syn.) (Tech-term: 8)
alias
uitstrijkhamer (syn.) (Tech-term: 8)
alias
opleghamer (syn.) (KARMARSCH: 1.832).)
alias
fourneerhamer (syn.) (KARMARSCH: 1.832)
beschrijving

De plakhamer is een hamervormig werktuig van 300-600 gr waarmee een oplegblad op het blindhout gestreken wordt. Het heeft een zeer brede pen (5-10 cm) en een kort hecht. Het werkend deel is van ijzer, van hout of, uitzonderlijk van koper (1).

Het oplegblad wordt aan de bovenzijde bevochtigd en langs de onderzijde ingestreken met lijm. De gelijmde zijde wordt op het blindhout gelegd. Nadat het oplegblad lichtjes is verwarmd - d.i. om de lijm, die zeer vlug afkoelt en opstijft, terug vloeibaar te maken (zie lijmijzer) - legt de vakman de pen van de plakhamer op de plaat en duwt (2) of trekt (3) hij het werktuig van het midden van de plaat tot aan het uiteinde van het blad (4). Hij begint opnieuw tot wanneer hij over heel het blad gewreven heeft. Het doel van de bewerking is het blad goed op het hout te drukken en de lijm open te strijken.

De druk mag niet te groot zijn om het blad niet te scheuren.

Om bij het lijmen een oplegblad aan te drukken op een bolrond oppervlak, gebruikt men een soort zak, die men op maat van het te verrichten werk vult met zand. [MOT]

(1) Volgens MERTENS 1956: 1.53; 3.31 worden koperen plakhamers aangewend voor houtsoorten die looistof bevatten.

(2) Bv. HAVARD: 79.

(3) Bv. MERTENS 1956: 3.32.

(4) Er wordt met de plakhamer nooit geslagen zoals LAMBOTTE: 133 het voorhoudt.

MOT V 2016.0093