Met een waterpomptang draait men koppelingen aan of los.
De bek is recht of holrond en binnenin getand om een betere grip te hebben. In één van de armen is een getande gleuf waarin de draaispil kan bewegen. Men kan zo de opening van de bek verstellen zonder een schroef los te maken. Afhankelijk van het model heeft men een zestal standen met telkens een andere breedte.
De loodgieter gebruikt ook gelijkaardige tangen als de pijptang, de fitterstang of de pijp- en fitterstang. [MOT]