Schoenmakerswerktuig dat bestaat uit een langwerpige (ca. 7-10 cm / ca. 2-3 cm) rasp, die zich bevindt aan een lichtjes gebogen staaf die in een houten handvat bevestigd is. De totale lengte varieert tussen 25-50 cm.
De pinnen waarmee men de zool vasthecht kunnen soms in de schoen binnendringen. De schoenmaker knipt de scherpe uiteinden eerst af met een pinknipper - dat is een mesje dat vaak gecombineerd is met de pinrasp, en zo geplaatst is dat het over de binnenzijde van de zool geduwd of getrokken kan worden - en raspt vervolgens de binnenkant van de schoen glad met de pinrasp.
Zie ook schoenmakersrasp. [MOT]