Volledig metalen schoenmakerswerktuig (min. 13 cm lang) met een gezwollen, cilindrisch middenstuk; één uiteinde is cirkelvormig, het andere wigvormig. Het middenstuk fungeert als handvat. De omboekhamer wordt gebruikt om naden te effenen, door met het éne uiteinde te tikken en met het andere te wrijven, en om plooien glad te slaan bij het leesten.
Zie ook robber. [MOT]