De oefendolk werd door het Belgische leger gebruikt bij de opleiding van militairen tijdens het man-tegen-mangevecht. Aan de binnenkant van het hecht is een behuizing voorzien, waarin een veer is gemonteerd waaraan een metalen blad is bevestigd. Dit blad is langwerpig en rechthoekig met afgeronde zijden, of het gaat om een ronde stang. In beide gevallen eindigt het "lemmet" in een bol van rubber of staal met een diameter van ca. 2,5 cm. Bij druk op de bol schuift het lemmet in het hecht. Bij het loslaten van de druk springt het lemmet weer voorwaarts. Het hecht is uit hout of metaal vervaardigd. De oefendolk is voorzien van een stootplaat.
Verwar de oefendolk niet met het bolstrijkijzer (hand) van de strijkster, noch met de bollikker van de schoenmaker. [MOT]