De kettingzaag (hand) (1) is een vouwbare zaag en maakt deel uit van het gereedschap van de genie en de artillerie in het leger. Ze dient om betrekkelijk kleine bomen te vellen en takken van nog niet gevelde bomen af te zagen. Ze bestaat uit een opeenvolgende reeks getande blaadjes van 8-10 cm, telkens verbonden door een plaatje en twee klinknagels (2). Het geheel meet ca. 1,20 m en eindigt in twee ringen. Aangezien niet alleen het blad maar ook de klinknagels in de snede moeten kunnen, is de zaag zeer breed gezet (zie glossarium).
Hoewel de kettingzaag door één man gehanteerd kan worden, wordt ze meestal door twee man getrokken. Om een beter houvast te bieden, worden vaak twee stukken hout of twee buisjes in de ringen gestoken. Wanneer een hoge tak afgezaagd moet worden, worden twee touwen aan de ringen bevestigd, waaraan getrokken wordt (3).
Zie ook draadzaag (houthakker). [MOT]
(1) V.A.W.P.
(2) De firma Goldenberg maakte een model met 2 en 3 tanden per blaadje voor de artillerie, en met 11 tanden voor de genie (''Catalogue des outils Goldenberg'': 75).
(3) ''Le livre du gradé d'infantarie à l'usage des élèves caporaux, caporaux et sous-officiers de l'infanterie et du génie, contenant toutes les matières nécessaires à l'exercice de leurs fonctions et conforme à tous les règlements parus jusqu'à ce jour. Edition complètement remaniée et mise à jour (novembre 1914)'', Paris-Nancy, 1914: 473.