Een honinglepel is een stampervormig stuk bestek, meestal van hout, om honing uit een pot te verdelen op bv. brood (1). Hij bestaat uit een rechte steel met bolvormige kop met cirkelvormige uitsparingen. Men dipt hem in verticale positie in de honing zodat deze in de uitsparingen blijft hangen. Om de honing te verdelen, draait men hem traag rond tot een horizontale positie. [MOT]
(1) Strikt genomen is het geen werktuig voor de genoemde beroepen. Omdat hij slechts efficiƫnt is bij veelvuldig gebruik, om hem niet telkens te hoeven afwassen, is hij vooral in gebruik als bestek bij buffetten en als gadget bij het proeven van honing. Metalen honinglepels zijn minder gangbaar als keukengerei omdat ze bij langdurig contact met honing een chemische reactie kunnen veroorzaken.
MOT V 2020.0501