De dopsleutel is een moersleutel (zie glossarium) met een hol (drie-, vier-, zeskantig enz.) ondiep (vgl. pijpsleutel) werkend deel waar de moer of de kop van de bout volledig in past. Dat werkend deel staat vaak los van het hecht zodat verschillende maten met hetzelfde hecht gedraaid kunnen worden. De kracht op het werkend deel wordt uitgeoefend op een haak-, T-vormig of recht hecht (haak en T worden soms gecombineerd door middel van een scharnierend uiteinde). Niet zelden staan twee of meer werkende delen op hetzelfde hecht. Een combinatie met een steeksleutel bestaat. Er zijn ook dopsleutels met ratelgreep, die het mogelijk maken te werken zonder het werkend deel op het einde van de beweging telkens te lichten. Ook een booromslag kan op de losse werkende delen passen.
Zie bougiesleutel, horlogesleutel, klinksleutel, pianosleutel, watersleutel en wielmoersleutel. [MOT]
MOT V 90.0363 (dopsleutel (driedubbele))
MOT V 88.1323
MOT V 90.0396 (dopsleutel (haakse))
MOT V 94.O473 (dopsleutel, steeksleutel, schroevendraaier)
MOT V 98.0012
MOT V 2012.0183 (dopsleutel (driedubbele))
MOT V 2012.0415