De broodschaaf (1) is een klein handwerktuig met kort (ca. 10 cm), recht houten handvat en een smeedijzeren vlak met een uitstekend scherp gedeelte dat een gleuf van ongeveer één cm vormt. De onderzijde is soms getand en het ijzer versierd bv. gesmeed in een hartvorm.
De broodschaaf dient om kleine stukken van hard geworden brood af te schaven, zogenoemde croutons, soldaatjes of reepjes om in soep te dippen. Van oorsprong werd dit gedaan om kookvloeistof, het sop of bouillon, aan te dikken met afgebrokkeld brood, de soupe (2).
De broodschaaf was vooral in Frankrijk verspreid in de negentiende eeuw in landelijke en hooggelegen gebieden waar niet vaak of niet het hele jaar door vers brood kon worden gebakken. Met hetzelfde doel bestond er ook een vast werktuig met zwengel dat sterk gelijkt op een vleesmolen (3).
Zie ook de broodsnijder. [MOT]
(1) Eigen benaming onbekend. Afgeleid van het Franse 'rabot à pain'.
(2) Later evolueerde dit ook tot soep en de traditie van croûtons. Zie de Franse benaming 'taille-soupe'. (ARMINJON & BLONDEL: 84-85; https://www.objetsdhier.com/taille-soupe-1514)
(3) Mogelijk gaat het om hetzelfde werktuig; N.L.I.: s.v. taille-soupe
MOT V 2017.0144
MOT V 2017.0144
(N.L.I.: s.v. taille-soupe)