Schroef van 3-4 cm met een ring of een kruk aan een uiteinde om de bodem van een ton of een laatste stuk ervan in de kroos te trekken.
De kuiper draait de schroef in de bodem, steekt zijn vinger in de ring of neemt de kruk vast en trekt naar boven.
De bodemtrekker wordt ook als steunpunt gebruikt bij het rechtzetten van de duigen. Hij wordt dan in een duig gedraaid en ondersteunt de hoepel (1). [MOT]
(1) Soms wordt daarvoor een gespleten stokje (kuiperskeephoutje: KRAMERS: s.v. chambrière. Fr. chambrière) gebruikt dat sterk op de houten wasknijpers (Fr. fichoir) gelijkt. Ook een in twee geplooid stuk metalen hoepel kan hiertoe dienen (KILBY: 37).
MOT V 2002.0207
GVA 0001 en 0002