Beerlepel (m.)

identificatiecode
ID 950
morfologie
beroep
beroep
beroep
holotype
MOT V 90.0348 L=138cm D=25cm G=1300gr
alias
aallepel (syn.) (ELOY: 140)
alias
gierlepel (syn.) (ELOY: 140)
alias
gietlepel (syn.) (BURVENICH: 65)
alias
beerklomp (syn.) (VAN DAM: 33)
alias
beerschepper (syn.)
beschrijving

Grote lepel met meestal een halfbolvormig (gegalvaniseerd) ijzeren schepblad (diam. ca. 25-30 cm) bevestigd aan een lange (ca. 120-140 cm) houten steel.

Met de beerlepel wordt de gier of de beer uit de beerkuip geschept en verspreid over voornamelijk weiland.

Soms wordt hiervoor ook een emmer of een oude klomp (1), vastgespijkerd aan een steel, gebruikt.

Te onderscheiden van de stokemmer waarmee de beer uit de beerput in de beerkuip wordt geschept.

Een gelijkaardige lepel, maar dan van koper en met een lange dille, werd in Duitsland in plaats van de blekersschop gebruikt (2). [MOT]

(1) VAN DAM: 33 spreekt dan van een beerklomp.

(2) ''Die grosse Wäsche'': 161.