De stratenmaker hanteert de bandstamper (1) om trottoirbanden te stellen, ze op hun plaats en op de juiste hoogte te brengen, door ze zijdelings aan en onder te stoppen, in aanvulling van de bandhaak voor trottoirbanden en het stootijzer.
Bij de aanleg van spoorwegen gebruikt men eenzelfde houten stamper met stalen schoen om ballast rond de rails aan te stampen (2).
De bandstamper heeft als voordeel dat men gerichter kan aanstoppen dan met de grondstamper en straatstamper, vooral op moeilijk bereikbare plaatsen zoals rond leidingen en buizen. [MOT]
(1) GELDOF, J. 1937: Straat en straatmaker. Handleiding bij het aanleggen en onderhouden van bestrate wegverhardingen, Goes: 188: "Het zijdelingsch aan- en zoo nodig onderstoppen bij het stellen van trottoir- en opsluitbanden kan zeer geschikt met z.g. bandstampers geschieden. Het vlakke houten blad is omzoomd met een ijzeren strip."
(2) ZIECK & POSTEMA 1936: 185-187.
MOT V 2025.0267
GELDOF, J. 1937: Straat en straatmaker. Handleiding bij het aanleggen en onderhouden van bestrate wegverhardingen, Goes: 184.
ZIECK, W.F. & POSTEMA, J.A. 1936: Wegen en spoorwegen, Groningen: 185.