identificatiecode
beroep
beroep
beroep
holotype
alias
alias
De smid of de wagenmaker gebruikt de banddraaghaak om de gloeiende ijzeren (wiel)band uit het vuur te halen om op de velgen te leggen. Nadien wordt de band met de voorhamer en de bandhaak (wiel) op de velgen van een wiel getrokken.
Die haak wordt ook gebruikt door de molenbouwer wanneer hij de molensteen met ijzeren hoepels beslaat.
De banddraaghaak bestaat uit een lange ijzeren stang (ca. 80-140 cm) met een U-vormig gebogen uiteinde. Hij kan ook voorzien zijn van twee licht naar binnen gebogen tanden die haaks op de steel staan (1).
De wielband wordt bovenaan gevat tussen het uiteinde van het werktuig en zit, zodra men de banddraaghaak optilt, door wrijving hiertussen geklemd.
Kleinere wielbanden worden met de smeedtang uit het vuur gehaald.
Sommige modellen gelijken sterk op de buighaak. [MOT]
(1) Bv. SALAMAN 1975: 516.