Maak een bekisting uit een plaat, bijvoorbeeld spaanplaat of multiplex (ca. 18 mm dik) ter grootte van de afstand tussen de 2 binnenzijden van de wanden van de onderbouw.
Nagel op de plaat een kader waartussen zich (dwars)balken bevinden (tussenafstand ca. 50 cm), allen met een doorsnede van 6 cm bij 8 cm. Bedek de bovenzijde van de plaat met een plastic folie die je aanspant en aan de onderzijde vastniet.
Plaats stempels, dit zijn ondersteunende balken (doorsnede 6 cm bij 8 cm), onder de bekisting zodat de bovenzijde van de plaat gelijk komt met de uitsparing voorzien in de onderbouw (en tevens gelijk is met de onderzijde van de toekomstige betonplaat). Je kan de hoogte van de plaat makkelijk aanpassen door de stempels op te spieën.
Zorg dat je de mogelijke spleten tussen de bekistingsplaat en het metselwerk goed afdicht, eventueel met afval van de plastic folie.
Na het leggen van de ovenvloer kan je de bekisting verwijderen door de spieën onder de stempels te verwijderen.